Afbeelding
Foto: René Mensen

Piet Sprenkels tovert met glas: ‘Ik zie het niet als een beroep, maar als een passie’

Door: René Mensen Algemeen

ETTEN-LEUR - De 71-jarige Piet Sprenkels beoefent de glasblaaskunst nog steeds met verve. Sinds kort is hij echter niet meer de hoofd glasblazer, want dat is nu zijn dochter Floor. Ze heeft het van hem overgenomen. Piet springt bij waar nodig en helpt zijn dochter met alle liefde en plezier. Verder houdt hij er enorm van om te blijven experimenteren en dat doet hij zowat dagelijks. Nieuwe modellen, kleuren, vormen. 

Het zit gewoon in zijn bloed. “Ik zie het niet als een beroep, maar als een passie, een hobby waarmee je mooie dingen kunt maken.” De zaken gaan goed. Er is niet veel concurrentie in de buurt, dus heel veel mensen -ook buiten Etten-Leur- weten de weg naar Sprenkels Glasblazerij te vinden.

Hoe het begon

“Ik ben geboren in Rucphen. Al vrij snel was duidelijk dat ik een creatief jongetje was. De meester op school zei al tegen mijn moeder dat ik meer naar buiten zat te kijken dan op te letten: ‘Pietje is een dromer.’ Dat wil ik overigens nog steeds. Naar buiten kijken, naar vogels, de natuur, vrijheid, heerlijk.

Het werken met glas is me eigenlijk als kind al komen aanwaaien. Ik speelde veel buiten en vaak in de buurt van de kerk. Daar lagen namelijk vaak mooie gekleurde glasscherven van glas-in-lood-ramen, die kwajongens kapot hadden gegooid. Glas is echter niet zo flexibel van zichzelf. Ik ontdekte dat vuur de structuur van glas veranderde, waardoor je er iets mee kon doen: buigen, vouwen, vervormen etc. Zo raakte ik steeds meer geboeid in glas en wilde ik daar iets mee doen.”

Het ambacht

“Als kind kon ik al goed tekenen. Ik tekende ook voor de schoolkrant, die dan gestencild werd. Lekkér creatief dus. Op een zekere dag zei een buurman ‘Piet, jij speelt graag met glas. Zou glasblazer niet iets voor je zijn?’ Ik zat toen op de LTS en die buurman vertelde me dat een oud Philips meesterglasblazer leerlingen zocht. Ik heb erop gesolliciteerd en ondanks dat mijn eerste glasstuk kapot viel, werd ik als enige aangenomen. Ik deed het gewoon het beste. Daarna kreeg ik bij Wilten -een bedrijf waar laboratoriuminstrumenten werden gemaakt- een praktijkopleiding van meester glasblazers. Dat was heel veel oefenen. In de avonduren volgde ik een theoretische opleiding. Het oefenen en de theorie was erg veel. Helaas ook met weinig creativiteit. Zodra ik de kans kreeg maakte ik echter stiekem glazen hondjes. Ik dacht dat niemand het zag, maar het viel toch op en er werd gevraagd of ik er meer kon maken. Ik vertrouwde het eerst niet, maar merkte dat ze het meenden. Zo kreeg ik steeds meer ruimte voor mijn creativiteit.


Ik wilde graag voor mezelf beginnen. Dus ik naar de bank voor een lening. ‘Meneer heeft u een onderpand? Ja die staat buiten,’ antwoordde ik. Het was mijn oude zwarte fiets. Dat vonden ze niet genoeg. Later gaf de Rabobank wel meer ruimte en steunde mij als kleine startende ondernemer. Daar ben ik nog steeds blij om.

De toekomst

Ik heb een atelier gehad in het seminarie Bovendonk in Hoeven. Dat werd echter te duur. Ik heb toen samen met burgemeester Houben -die fan was van mijn werk- gezocht naar een andere geschikte locatie voor een atelier in Etten-Leur. We bezochten diverse locaties en uiteindelijk werd het een fraai oud pand aan de Domineesgang. Later zijn we nog verhuisd naar de wijk Sanderbanken met een groot atelier. Inmiddels heb ik de zaak overgedragen aan mijn dochter. Mijn oude atelier is nu omgebouwd tot woonhuis. Nu geniet ik lekker nog steeds van het pure ambacht in het atelier bij mijn dochter.”



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief