Afbeelding
Foto: Remko Vermunt

Jeugdprofessionals: ‘Zorg voor één plan per kind vanuit school én jeugdzorg’

Door: Remko Vermunt Algemeen

ROOSENDAAL - Wethouder René van Ginderen was afgelopen week één van de sprekers bij de kick-off van de Roosendaalse Jeugdagenda. Een nieuw document met daarin vijf ambities om ervoor te zorgen dat jeugdigen (0-23 jaar) in Roosendaal zo gelukkig en zelfstandig mogelijk op kunnen groeien. Tijdens de bijeenkomst werden de verschillende ambities besproken door partners in het veld, maar ook met de Jeugdraad. Want in hoeverre heeft de jeugd nu eigenlijk zeggenschap gehad over deze agenda?

In de gemeente Roosendaal wonen zo’n 15.000 jongeren tussen de 0 en 19 jaar oud. Daarvan ontvangt 11,2 procent jeugdhulp. “Als ik kijk naar alle ontwikkelingen rondom jeugdzorg en het onderwijs, dan lopen er heel veel lijntjes door elkaar”, stelt wethouder Van Ginderen. “Mijn droom is dat er een ontschotting plaatsvind, waarbij onderwijs en jeugdzorg gezamenlijk verantwoordelijk worden voor de toekomst van een kind.” Mede daarom is de Roosendaal Jeugdagenda opgesteld. In het document staan vijf ambities benoemd. “Iedere ambitie kent één of meerdere sterkhouders. Dat zijn mensen uit het veld die zich sterk gaan maken om de ambitie daadwerkelijk te behalen”, legt Van Ginderen uit. Ambities zijn bijvoorbeeld ‘Iedere jeugdige krijgt gelijke kansen’ en ‘Iedere jeugdige kan zijn/ haar talenten ontplooien’. 

Jeugdraad

Hoewel de Jeugdagenda bedoeld is voor jeugdigen van 0-23 jaar, waren er maar weinig jongeren in de zaal. Dat vond ook Wessel Poldermans, die namens de Jeugdraad een aantal sterkhouders aan de tand mocht voelen. “Ik heb de agenda doorgelezen, maar waarom zijn er geen jongeren in meegenomen?”, vroeg hij de aanwezigen. “Ik moet me eigenlijk enorm schamen”, stelde Jan Veenker van Stichting Openbaar Basisonderwijs (OBO). “Want ik heb geen enkel moment bedacht om aan de kinderen te vragen waar zij behoefte aan hebben”, bekende hij. 

Verder wilde Wessel Poldermans ook weten wat de laatste ambitie nou eigenlijk inhoud: ‘Iedere jeugdige is goed toegerust om te starten aan zijn of haar volwassen leven’. “Ik denk dat alles valt of staat met of je gezien wordt”, stelde Jan Veeker. “Voor ons allemaal is dat eigenlijk de opdracht. We moeten zorgen dat we alle kinderen zien én dat ze ergens onderdeel van uit kunnen maken. Ze willen ergens bij horen.” Dat beaamt ook Patrick Ros die vanuit de gemeente sterkhouder is bij deze ambitie. “Negentig procent van de kinderen doet het fantastisch, maar tien procent heeft dat extra steuntje in de rug nodig. Het is onze taak om voor hen de schouders eronder te zetten.”

Inclusief onderwijs

Dat bevestigde ook Teun Dekker, directeur van Kroevendonk. “Veel mensen weten wel dat ik voorstander ben van inclusief onderwijs, waarbij iedereen mee mag en kan doen. Maar, er zijn grenzen.” Volgens Dekker is het daarom belangrijk dat het netwerk rondom een kind beter met elkaar in verbinding komt. “Je moet, zoals de wethouder het zegt, over die schotten heen stappen. Je moet over die grenzen heen stappen. Er is nog steeds een soort concurrentiegedachte, maar als er een jongen of meisje in mijn klas zit die ik niet kan helpen, dan moet ik iemand anders bellen. We moeten het samen doen, want daar heeft het kind het meeste profijt van.”

Dat onderstreept ook Gerard Kusters van de Mytylschool. Hij is sterkhouder van de eerste ambitie: ‘Ouders en jeugdigen kunnen vertrouwen op zichzelf, hun netwerk en als het nodig is ondersteuning’. “Als we ouders echt in hun kracht willen zetten, focus en vertrouw dan op de professionals. Voor kinderen is het allerbelangrijkste dat ze gehoord en gezien worden. Mijn ideaal is dan ook: zorg voor één plan per kind vanuit school en jeugdzorg.”



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief