Afbeelding
Foto: Uitgeverij de Bode

Aan de keukentafel met Ad Schoenmakers: ‘Ik krijg altijd een warm gevoel als iets gerealiseerd is’

Door: Bregje Kop Algemeen

Zo’n twintig jaar geleden begon Ad Schoenmakers voor zichzelf. In die twintig jaar is zijn bedrijf van bouwkundig tekenbureau uitgegroeid naar een architecten- en adviesbureau die heel de bouwbranche breed kan adviseren. Van architectuur en stedenbouwkundige plannen tot constructies en bestemmingsplannen. En dit allemaal met eigen mensen opgeleid en gekwalificeerd met hun eigen specifieke kennis.

Droomde je er als kleine jongen al van om architect te worden?

“Als klein jongetje had ik altijd de droom om timmerman te worden. Ik kom uit een gezin van 6, thuis hadden we een melkveehouderij. Zelfredzaamheid was op de boerderij belangrijk, mijn vader zei “als gij nie gaat werken dan hedde gij later niks”. Toen ik van de lagere school kwam heerste de grootste bouwcrisis in Nederland. Volgens mijn vader was daar dus geen droog brood in te verdienen, daarom ben ik naar de landbouwschool gegaan. Ik ben geswitched naar elektrotechniek. Uiteindelijk ben ik mbo-bouwkunde gaan studeren, dat was wat ik eigenlijk altijd heb gewild. Na mijn studie heb ik de dienstplicht uitgezeten. Daarna ben ik aan de slag gegaan bij verschillende bedrijven. In de tussentijd tekende ik vanuit huis en dat werd van lieverlee meer en meer. Daarom heb ik uiteindelijk besloten om voor mijzelf te beginnen. Omdat ik graag mijn architectentitel wilde behalen ben ik in 2005 terug naar school gegaan. Binnen één jaar heb ik de titel behaald.”

Je had al een brok aan ervaring, wat heeft die studie jou dan extra gebracht?

“De studie heeft me over een aantal dingen anders na laten denken. Ik heb daar het maatschappelijke gedeelte van het vak leren kennen. Het vormgeven van een woningbouwproject heeft veel maatschappelijke impact. Dat heeft ook echt wel doorgewerkt in hetgeen wat ik nu doe.”

Je bent architect en hebt nu een kantoor waar je 20 mensen aanstuurt, doe je nog wel de dingen die je leuk vindt?

“Ik heb een aantal van mijn mensen naar voren geschoven, waardoor ik die leidinggevende rol niet meer alleen hoef te doen. Dat is wel eens minder geweest, maar door de juiste mensen naar voren te schuiven kan ik zelf ook vaker terug naar mijn basis.”

Er is een schreeuwend tekort aan woningen. Hoe gaan we dat oplossen?

“Ik denk vooral dat inbreiden en niet uitbreiden de oplossing kan zijn. Per regio is de situatie overigens anders. Er is hier vooral een tekort aan woningen voor senioren en eenpersoonshuishoudens. Uiteraard zijn we ook afhankelijk van de flexibiliteit en snelheid van de overheid. We zien steeds meer dat veranderingen worden geïnitieerd door opdrachtgevers en de omgeving en in mindere mate door de overheid. We merken dat veranderingen soms ook veel weerstand oproepen vanuit de omgeving. Je moet veel eerder samenwerken met mensen in de buurt om veranderingen te bewerkstelligen en omwonenden te laten zien dat iedereen baat heeft bij veranderingen. Vaak wordt de omgeving er echt beter van.’’

Over verandering gesproken; we bouwen steeds duurzamer, je geeft daar met jullie pand ook echt invulling aan, wat is je visie hierover?

“Duurzaam bouwen is zeker een doel dat ik nastreef. Ik wil niemand tot iets dwingen, maar ik wil je wel graag laten zien wat er mogelijk is. Er wordt een verplichting opgelegd door de overheid en niet door een private partij zoals wij. Onbekend maakt vaak onbemind, en ik denk dat dat bij duurzaam bouwen ook zo is. Op het moment dat je mensen laat zien hoe het kan, staan ze er meestal voor open. Ik denk dat 0 op de meter een heel realistisch doel is, we kunnen klanten hier laten zien wat mogelijk is en vooral dat het werkt. Ik zie dit gebouw echt als een visitekaartje.’’

Je hebt hier in de regio best veel gebouwd, geeft je dat ook een gevoel van trots?

“Ik krijg eigenlijk altijd wel een warm gevoel als iets gerealiseerd en opgeleverd is. Dit kan voor een woning zijn, maar ook voor een appartementencomplex. Als ik hier in de regio rondrijd, ben ik op gepaste wijze trots op de gebouwen en panden die ons kantoor heeft ontworpen. Dat is bijzonder. Ik moet wel zeggen dat dat op een gegeven moment went. In het begin vond ik dat heel gek, maar na twintig jaar is dat een stuk minder, moet ik toegeven.”

En persoonlijk?

“Ik vind het niet fijn om dat uit te spreken, maar ik ben wel trots op wat ik allemaal bereikt heb. Ik ben toch van de lagere landbouwschool tot eigenaar van een architectenbureau met 20 man personeel gegroeid. Ik loop daar zeker niet mee te koop dat zit niet in mijn persoon, maar het is wel een bijzondere loopbaan te noemen. Ik weet nog in mijn beginperiode dat we te maken hadden met welstandscommissies. Dat was als beginnend architect best lastig om mee te werken. Ik moest soms echt mijn tanden erin zetten om verder te komen, nu zijn we als bureau met veel kennis en disciplines een gerespecteerde partij. Dat hebben we stapje voor stapje bereikt.”

Hoe ziet jouw ideaalplaatje voor de toekomst van het bedrijf eruit?

“Het is een familiebedrijf en ik hoop dat dat ook heel lang zo kan blijven. Ik wil absoluut geen druk op mijn kinderen leggen, dat moet uit zichzelf groeien. Niemand is iets verplicht, maar het zou uiteraard wel leuk zijn!”

Tenslotte, met wie zou jij nog weleens aan de keukentafel willen zitten?

“Ik zou nog weleens aan de keukentafel willen zitten met mijn vader. Hij is helaas een aantal jaar geleden overleden. Ik weet nog niet zo goed wat ik dan zou willen vragen of zeggen, maar hij is de eerste persoon die in mij opkwam. Mijn vader is altijd een hardwerkende boer geweest. Heel zijn leven. Of hij nou precies wist/snapte waarmee ik de kost verdiende, dat weet ik niet. Maar ik weet wel dat hij trots op me was. Dat heeft hij nooit zo uitgesproken, want dat zat niet in de aard van het beestje.”



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief