Aagje Verkerk.
Aagje Verkerk. Foto: Ruben Oreel

‘Er gaat toch niets boven Vlissingen’

Door: Joep Bremmers Algemeen

VLISSINGEN - Helge Prinsen portretteert in de rubriek ‘Ik ben Vlissingen’ elke week een van haar stadsgenoten. Met haar korte portretten wil ze bekende en minder bekende Vlissingers in de schijnwerpers zetten en zo een mooi beeld van de stad schetsen waar zij is geboren en getogen.

Aagje Verkerk (71). Getrouwd, 2 zoons. Geboren in Vlissingen. Oud-docent Engels. Woonde meer dan vijftig jaar in Groningen. Keerde kortgeleden terug naar haar roots in Vlissingen. 

“Het verlangen was altijd groot en werd alleen maar groter. Dat zat hem onder meer in de paalhoofden. Als ik die ergens in het buitenland zag, schoten de tranen mij in de ogen.”

“Ik miste ook de loodsbootjes die de Schelde opvliegen. Of die meeuw die altijd op het hoofd van Michiel de Ruyter zit. Het geluid van de branding. De kleinschaligheid van de stad.”

“Vlissingen kent ook een interessante geschiedenis. Dan zie ik voor me hoe Filips II met de Spaanse vloot uit Vlissingen vertrok om nooit meer terug te keren naar de Nederlanden.”

“Ik ben vernoemd naar Aagje Deken. Mijn vader was leraar Nederlands op de Rijks-HBS. Hij had wel wat met het feminisme. Mijn moeder heette Betje. Dus toen had hij ze compleet.”

“Ben opgegroeid aan de boulevard. De glooiing was er nog niet. Ik zie me bij storm nog met mijn beren voor het raam zitten. De golven sloegen tegen de ruiten. Soms óver de flat.”

“Nu woon ik weer in hetzelfde huis. Nog elke dag, als ik gezwommen heb in het zoute water, denk ik: ik wóón hier! Groningen is prachtig, maar er gaat toch niets boven Vlissingen.”



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief