Foto uit 1909. De stijfselfabriek in de Hoogstraat. FOTO WESTBRABANTS ARCHIEF
Foto uit 1909. De stijfselfabriek in de Hoogstraat. FOTO WESTBRABANTS ARCHIEF Foto:

Stijfselfabriek was een bloeiend bedrijf

ROOSENDAAL - De twee grote herenhuizen Hoogstraat 110 en 112 zijn de enige overblijfselen die nog een link hebben met de voormalige stijfselfabriek. Van 1870 tot 1926 waren de panden eigendom van L'Amidonnerie Royale Felix Heumann et Cie uit België. De technisch directeur Alexander Lemmens woonde in het grootste huis. Zijn zoon Victor in het huis ernaast. De stijfselfabriek lag in de driehoek Hoogstraat- Bredaseweg-Charitasstraat- Kalsdonksestraat. De fabriek was met ongeveer 200 man personeel jarenlang één van de grootste bedrijven van Roosendaal.

DOOR MIEKE SPEKMAN

Stijfsel werd al eeuwen gemaakt in stijfselhuizen, onder andere in Antwerpen. Het product gebruikte men om geweven stoffen in te pappen en als grondstof voor lijm. Vanaf 1858 ging de Belgische fabrikant Remy die een rijstpellerij had, stijfsel maken uit rijst. Felix Heumann volgde dit voorbeeld en zijn nieuwe fabriek in Roosendaal werd groots opgezet. De energie werd opgewekt door stoommachines. Voor het benodigde water voor de productie werd er een aftakking gegraven in de Rucphensevaart ter hoogte van de huidige Beethovenlaan. De stijfselfabriek groeide snel onder de bezielde energieke leiding van de technisch directeur Alexander Lemmens. Deze molenaar uit Machelen werd door Heumann aangetrokken om zijn kennis en ervaring. In 1911 na zijn dood volgde zijn oudste zoon Victor hem op.

Hofleverancier

In 1880 was de dagproductie twaalf à vijftien ton. De fabriek die in 1879 Hofleverancier van Z.M. Koning Willem III werd en het predicaat 'Koninklijke Nederlandse Stoomrijststijfselfabriek' mocht voeren, was e´e´n van de grootste stijfselfabrieken van Nederland. De fabriek had naast stallen en loodsen een eigen kartonmakerij, een drukkerij, zagerij, kistenmakerij, smederij en koperslagerij.De meeste stijfsel werd geëxporteerd. De fabriek had buitenlandse kantoren in Londen, Parijs, Bordeaux, Berlijn, Wenen, Madrid, Petersburg, Moskou, Odessa en Tanger. Daarnaast had het bedrijf in heel Europa en Amerika agenten. De Roosendaalse stijfsel werd in die jaren op alle internationale tentoonstellingen bekroond.


Kinderarbeid

Tiel van der Plas Lemmens kent nog de verhalen van vroeger en vertelt: "Mijn Opa was een broer van Victor en Edmond. Hij was bakker op Hoogstraat 90. Mijn vader Felix heeft de zaak later overgenomen. In de tijd van mijn opa was het zo dat de arbeiders van de fabriek een gedeelte van hun salaris kregen uitbetaald in bonnen die ze alleen konden inwisselen bij mijn opa. Gedwongen winkelnering noemde je dat. De arbeiders verdienden slecht en werkten van 6.00 uur 's morgens tot 19.00 uur. Ze woonden vaak met grote gezinnen in e´e´nkamerwoninkjes in Kalsdonk. Er werkten ook veel kinderen rond 1900. Op oude foto's uit 1892 van de mannen en de 'meskes van 't stesselfabriek' zoals de Roosendalers de fabriek noemde, zijn veel jonge kinderen te zien. Op de foto's staan ook mijn overgrootvader, zijn zoons Victor en Edmond en met mijn oudtante Rosalie die de leiding had over de meisjes."

Liquidatie

Na de Eerste Wereldoorlog ging het slecht met de exporterende bedrijven. De stijfselfabriek moest opboksen tegen de buitenlandse concurrentie. Op 11 oktober nam de hoofddirectie het besluit de fabriek te sluiten. Victor Lemmens was fel tegen sluiting en zag nog toekomst in het bedrijf. Hij kon het nootlot niet keren. Ongeveer 100 mensen, inclusief de directie werd ontslagen. Victor Lemmens vertrok als een gebroken man naar Antwerpen.[l]