Confectieatelier van Van Gils (eind jaren '50) in de Zwaanhoefstraat in Roosendaal. FOTO PRIVÉCOLLECTIE ALWIN VAN GILS
Confectieatelier van Van Gils (eind jaren '50) in de Zwaanhoefstraat in Roosendaal. FOTO PRIVÉCOLLECTIE ALWIN VAN GILS Foto:

Laatste expositie heemkundekring in Mariadal

ROOSENDAAL – Heemkundekring De Vrijheijt van Rosendale, nu nog gehuisvest in voormalig klooster Mariadal aan de Vincentiusstaat 7, pakt groots uit met een tentoonstelling over het textielverleden van Roosendaal. De expositie die vanaf 24 maart is te bezoeken is samengesteld door de Werkgroep Industrieel Verleden en richt zich op de volgende onderwerpen; de textielbedrijven, de kledingzaken, kleermakers en de modevakscholen die in Roosendaal gevestigd waren.

DOOR MIEKE SPEKMAN

Het zal de laatste tentoonstelling zijn van de heemkundekring in Mariadal. Waar de heemkundekring in de toekomst haar achthonderd leden en geïnteresseerden in de geschiedenis van Roosendaal kan ontvangen is nog ongewis. Er wordt in overleg met de gemeente druk gezocht naar een nieuwe locatie.

Dankzij een middenstandsenquête uit 1908 weten we dat er rond 1900 veertien kleermakers en zeven naaisters (modistes) in Roosendaal gevestigd waren. Ook waren er een aantal vrouwen actief die kanten boerenmutsen maakten en wasten. De modistes hadden allen ook een winkel in modeartikelen. Hun zaken liepen goed. Ee´n van de winkels had zelfs vier winkelmeisjes in dienst. De kleermakers echter kregen het steeds moeilijker vanwege de concurrentie van de confectiekledingbedrijven. Een van de succesvolste textielondernemers was Pietje Braat wiens manufacturen zaakje, gesticht in 1836, honderd jaar later uitgegroeid was tot een groot warenhuis waar men buiten dames, heren en kinderkleding ook terecht kon voor bedden, dekens enz. In de familiezaak op Markt 33 werkte in 1936 vijftig personeelsleden, een aantal met een jarenlang dienstverband.Ee´n van de eerste gespecialiseerde kledingbedrijven rond 1900 in Roosendaal was het confectiemagazijn 'In de Gouden Kroon' op de hoek van de Markt en de Stationsstraat, dat in 1894 geopend werd door S. Ongenaert-Cockx. In die tijd was er in de Domineestraat ook een Frans postorderbedrijf gevestigd het 'Grands Magasins du Printemps' waar men japonnen volgens de laatste Parijse mode kon bestellen. Op de plaats waar nu de ingang van het Emile van Loonpark is, zat de firma Bruning in kledingstoffen, garen, band en modeartikelen en aan de overkant op de Bloemenmarkt naast de Sint Jan stond de mooie zaak van De Jong-Marneth, het mantelmagazijn "De Vlijt'. Iets verderop in de Achterstraat ( Raadhuisstraat) kon je bij de firma Van Loon-van de Biggelaar een complete babyuitzet kopen. Ook op de Markt en de Kade waren er nog diverse winkels te vinden die manufacturen en textiel verkochten.

Foto's en objecten

Fons Heijmans van de werkgroep vertelt: " Vanaf oktober 2016 zijn we bezig geweest met ons onderzoek en hebben we confectieateliers zoals Van Gils, breifabrieken als Lagero, Delana, Weba, Barola, Woka en Bleijenberg, hoedenfabrieken, kledingateliers en winkels in kaart gebracht. In de jaren dertig van de vorige eeuw vestigden zich een aantal joodse families zoals Rosenblat, Lang en Barenholz die een belangrijke rol gespeeld hebben in de ontwikkeling van de Roosendaalse textielindustrie. Ook kledingzaken zoals KOFA Braat, Bischoff, Maison Chic en een aantal modevakscholen komen voor het voetlicht. In de brochure bij de tentoonstelling komen nog meer zaken aan bod. Op de expositie zijn straks veel foto's en objecten te zien."

De tentoonstelling is geopend op zaterdag 24 maart van 10.00 – 16.00 uur en iedere dinsdag vanaf 27 maart t/m 22 mei van 13.30 – 16.00 uur en iedere zaterdag vanaf 31 maart t/m 30 juni van 10.00 – 12.30 uur.