Het kampioenselftal uit 1957. FOTO JAN STURM/WESTBRABANTS ARCHIEF
Het kampioenselftal uit 1957. FOTO JAN STURM/WESTBRABANTS ARCHIEF Foto: Westbrabants Archief

RBC een club met een turbulent verleden

ROOSENDAAL – Rond 1900 kwam de Roosendaalse jeugd in de ban van de razend populair geworden voetbalsport. Twee jongens, Jac. en Johan van Alphen, zoons van de uitbater van de concertzaal Koninklijke Harmonie 'De Unie', hadden in hun vroegere woonplaats Ginneken bij de club Sparta gespeeld en leerden de jongens in de buurt voetballen. In 1902 richtten zij samen met een vriend, Jan Vermeulen de eerste Roosendaalse voetbalclub 'Sparta' op.

DOOR MIEKE SPEKMAN

Sparta verdween, maar de geest was uit de fles en in een korte periode werden er nieuwe Roosendaalse voetbalclubs opgericht. Ee´n van die clubs was Concordia die zich onder de naam 'Roosendaal Vooruit' inschreef voor de competitie van de Nederlandsche Voetbal Bond. De club gold als een eliteclub en omdat er ook behoefte was aan een echte volksclub stichtten Antoon Poldermans en Frans Mathijssen, uitbater van een café aan de Kalsdonksestraat, op 31 juli 1912 samen met een aantal vrienden de nieuwe vereniging Excelsior (steeds hoger), de voorloper van RBC. Men speelde in blauw met zwart tenue. Bijna alle leden waren jongens van Kalsdonk, geboren onder de rook van de stijfselfabriek. Ze voetbalden tussen de koeienvlaaien op weilanden in de buurt. In 1920 bij de overstap van de R.K. Voetbalbond naar de Brabantsche Voetbal Bond, veranderde de naam en het voetbaltenue van de Roosendaalse club in Oranje Wit, als ode aan het koningshuis. Het eerste jaar in de Brabantsche bond verliep geweldig en de club promoveerde meteen naar de Derde Klasse van de Nederlandsche Voetbalbond. Omdat daar ook al een club speelde met dezelfde naam moest de naam weer veranderd worden. Het werd Voetbalvereniging Roosendaal. In 1927 fuseerde de club met de Roosendaalsche Boys, een andere Kalsdonkse voetbalclub, tot Roosendaal Boys Combinatie (R.B.C.)

Kampioenselftal

In november 1940 werd om de toekomst veilig te stellen een eigen jeugdafdeling opgericht. Tien jaar later kreeg R.B.C. een eigen stadion aan de Zwaanhoefstraat, De Luyten (Luiten) In 1951 komt daar een fraai paviljoen, clubhuis bij. Het was gezelligheid troef. In de jaren '70 en '80 verkocht Rini Haast aan de supporters op de tribune kroketten en frikadellen uit eigen keuken. R.B.C. kreeg als een van eerste verenigingen in 1953 een eigen lichtinstallatie. De eerste lichtwedstrijd tegen Willem II bracht duizenden toeschouwers op de been. In 1957 werd R.B.C. dat ingedeeld was in de tweede divisie van het pasingevoerde betaald voetbal, kampioen en promoveerde naar de 1e divisie. Het kampioenselftal, jongens uit eigen kweekvijver, bestond o.a. uit Piet van Osta, Adrie Roks, Jan van Gorp, Theo Laseroms, 'Tufke'(Kees) van Haperen, Piet Bruyninckx, Cees Cools, en Cees Vermunt alias 'Ceesje Munt'. De laatste drie werden ook wel The Big Three genoemd. Piet Bruyninckx speelde 21 jaar lang tot 1966 in het eerste elftal. Cees Vermunt zou na zijn voetbalcarrière 20 jaar lang een succesvol trainer zijn.

In 1971 verdween de club uit het betaald voetbal omdat de tweede divisie door de KNVB werd opgeheven. Er volgden wisselende jaren met hoogte en dieptepunten. Iedereen kan nog de vreugde voelen toen op 6 juni 2000 RBC naar de eredivisie promoveerde maar ook het verdriet toen de club elf jaar later failliet werd verklaard. Gelukkig is RBC weer uit zijn as herrezen en klaar voor de toekomst. [l]

Bronnen: boek, RBC meer dan een eeuw Oranje 1912-2017 en interview met Noud Bominaar