Mieke Luijten begeleid leerlingen bij het schrijven van een goede Nederlandse brief
Mieke Luijten begeleid leerlingen bij het schrijven van een goede Nederlandse brief Foto:

Leerlingen laten van zich horen met een brief

ROOSENDAAL - Dertien leerlingen van het Kellebeek College in Roosendaal zijn in de pen geklommen om een ingezonden brief te sturen aan de Roosendaalse Bode. Het idee hiervoor is afkomstig van Mieke Luijten, docente Nederlands op het Kellebeek College. "Schoolse opdrachten werken in de praktijk niet zo goed, daarom zocht ik naar een leuke en creatieve manier om de jongeren uit te dagen."

Mieke Luijten geeft Nederlandse les aan zo'n 25 leerlingen op de Vavo in de Hoogstraat in Roosendaal. In de lessen probeert de docente de leerlingen zoveel mogelijk bij te spijkeren. "Bij de schoolse opdrachten laat ik de leerlingen vaak een sollicitatiebrief of een motivatiebrief schrijven, maar ik merkte dat er steeds meer weerstand kwam tegen deze brieven." Solliciteren gaat immers steeds vaker gewoon via LinkedIn en motivatiebrieven zijn volgens de leerlingen niet meer van deze tijd. "Sowieso denken jongeren dat hun Nederlands niet zo goed hoeft te zijn. Ze denken met een spellingscontrole al ver te komen en sommigen denken zelfs dat ze later wel een secretaresse hebben die de brieven voor hen gaat schrijven." Maar, het schrijven van een goede Nederlandse brief is vooral voor deze leerlingen van essentieel belang. "Het is gewoon een beetje desinteresse."

Ingezonden brief

Luijten ging daarom op zoek naar een toekomstscenario waarbij de leerlingen toch in de pen moeten klimmen. "En toen dacht ik opeens aan een ingezonden brief. Als je iets leest in de krant en je bent het er niet mee eens, dan kan je een ingezonden brief schrijven." Luijten zocht daarom contact met de Roosendaalse Bode. "Ik kan ze natuurlijk allemaal een ingezonden brief laten schrijven, maar het is nog mooier als die ook daadwerkelijk geplaatst wordt. Dan zorg je toch voor dat wedstrijdelement."

Argumentatie

Uiteindelijk gingen dertien leerlingen aan de slag met hun eigen ingezonden brief op basis van één van de artikelen uit de Roosendaalse Bode. De leerlingen kregen van Luijten verschillende artikelen waar ze een reactie op mochten geven. Van een column over hoe duur de bioscoop tegenwoordig is tot een politiebericht over een agressieve dief in een supermarkt. "De leerlingen vonden het wel erg moeilijk, omdat ze nu zelf de inhoud van hun brief moesten bepalen. Normaal wordt dit allemaal voorgekauwd." De leerlingen klopten dan ook regelmatig bij Luijten aan om te vragen of ze iets wel of niet mochten schrijven. "Ze mochten alles schrijven en ik hoef het daar ook niet mee eens te zijn, als ze het maar goed onderbouwen." Vooral voor de leerlingen die nog niet zo lang in Nederland wonen, was dit vaak een worsteling. "Ik heb nu veel leerlingen uit Syrië en die zijn best intelligent. Maar omdat ze de taal nog niet machtig zijn, is het voor hen erg lastig om hun ideeën op papier te zetten." Uiteindelijk zijn de dertien leerlingen er toch in geslaagd.

Uitslag

Na overleg op de redactie, heeft de Roosendaalse Bode twee winnaars gekozen: Jonathan van Dongen en Birgit Kuijstermans. Beiden hebben gekozen voor het artikel: Roosendaal wordt geen Kinderpardongemeente. Naar onze mening een omstreden onderwerp dat zich daarom goed leent voor een ingezonden brief. Hoewel de meningen van de twee leerlingen enorm uiteen lopen, kunnen zij goed beargumenteren waarom zij al dan niet voor- of tegenstander zijn van een Kinderpardongemeente.

Ingezonden brief Jonathan van Dongen

Ik schrijf deze brief naar aanleiding van het artikel "Roosendaal wordt geen Kinderpardongemeente" uit de Roosendaalse Bode van 25 november.

Het besluit van de gemeenteraad om tegen de motie te stemmen, lijkt mij een verstandige beslissing die in meer gemeenten navolging zou moeten krijgen. Hoe hard het ook mag klinken, ben ik van mening dat de wet nageleefd dient te worden, ook al is dat niet altijd even makkelijk voor sommige kinderen.

In veel gevallen zijn het juist de ouders die expres misbruik van de situatie maken om zo zelf in Nederland te kunnen blijven, ondanks dat ze daar helemaal geen recht op hebben (bijvoorbeeld doordat ze uit een veilig land zoals Armenië komen). Hoe spijtig dat ook voor de kinderen van zulk soort ouders kan zijn, is het niet meer dan logisch dat dit niet kan.

Een ander probleem is dat er altijd een beslissing genomen moet worden of kinderen nou wel of niet het recht hebben om in Nederland te mogen blijven. Hoe wil je dat objectief beslissen? Is bijvoorbeeld een kind dat vier jaar oud was toen hij/zij naar Nederland kwam en nu zestien is, een geldig geval? En een ander die hier op twaalfjarige leeftijd kwam en nu ook zestien is? Waar trek je die grens, of is het gewoon willekeur op basis van wie het zieligste verhaal heeft?

Met vriendelijke groet,
Jonathan van Dongen

Ingezonden brief Birgit Kuijstermans

Ik las dit artikel tijdens een schoolopdracht en wilde hier erg graag op reageren. De titel sprong eruit voor mij, het gaf me een onprettig gevoel. De Roosendaalse gemeente heeft een erg slechte keuze gemaakt om Roosendaal geen kinderpardongemeente te maken. In deze brief zal ik duidelijk vertellen waarom ik dit vind.


Persoonlijk vind ik dat je nooit iemand mag straffen voor iets wat niet zijn of haar eigen daden zijn. Dus ook een kind niet! Ouders hebben de beslissing genomen om naar Nederland te komen samen met hun kinderen, hierin hebben de kinderen vaak geen keuze gehad. Straf hen dan ook niet door ze, na jaren in Nederland opgegroeid te zijn, terug te sturen naar hun land van herkomst.

Er mag zeker geen misbruik gemaakt worden van het kinderpardon. Daarom hoef je ook niet per se 'ja' te zeggen tegen de ouders, als een kind in aanmerking komt om te blijven. Geef het kind bijvoorbeeld een keuze, wil je blijven? Dat mag, maar dan zul je wel naar een pleeggezin moeten of naar een ander soort vervangende woonplek. Mits hij of zij zelf natuurlijk capabel is om deze keuze te maken. Mee terug met de ouders mag natuurlijk ook.


Ik vind het heel erg belangrijk dat de kinderen zelf die keuze krijgen. Ze zijn hier vaak langer geweest dan in het land waar ze naar teruggestuurd zouden worden. Iemand op jonge leeftijd ontwikkelt zich nog heel veel, het heeft een enorme impact op iemand om dan in een compleet andere cultuur geplaatst te worden, zonder vriendjes en vriendinnetjes. Dat komt je psychisch niet ten goede, en dat is een punt wat we vaak vergeten.

Met vriendelijk groet,
Birgit Kuijstermans