Stavenisse kreeg in 1953 heel wat voor de kiezen. FOTO WATERSNOODHUIS
Stavenisse kreeg in 1953 heel wat voor de kiezen. FOTO WATERSNOODHUIS Foto: Watersnoodhuis

'Pas in 2003 gingen men erover praten

STAVENISSE – In de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953 voltrok zich de watersnoodramp. Door een stormvloed in combinatie met springtij steeg het water tot grote hoogte. Nederland telde 1836 doden. Op Tholen werd Stavenisse het hardst getroffen. Acht procent van de inwoners overleefde de watersnood niet. Het plaatselijke watersnoodhuis biedt belangstellenden veel informatie en beeldmateriaal.

DOOR JOSIEN MATHLENER

Het is 65 jaar geleden dat de watersnoodramp geschiedde, maar dat wil niet zeggen dat iedereen het achter zich heeft gelaten. De generatie die de ramp bewust meemaakt dunt langzaamaan uit. Voor bij wie die bewuste nacht nog op het netvlies gebrand staat, was afgelopen donderdag vast en zeker een emotionele dag. In het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk vond die dag de nationale herdenking plaats met zo'n 650 gasten. Onder hen was ook Stavenissenaar Flip de Rijke. Op tweejarige leeftijd werd hij van huis en haard gescheiden toen het water het ouderlijk huis binnendrong. "Ik heb het niet bewust meegemaakt, maar weet wel dat er later 40 centimeter aan modder in heeft gelegen."

Cijfers
De cijfers liegen er niet om: van de 1737 inwoners in Stavenisse verdronken er 153. Het totaal aan menselijke slachtoffers dat in Stavenisse verdronken is 156. Ook kwamen ruim 3300 dieren om in Stavenisse en werden 140 woningen verwoest. In Sint Philipsland kwamen negen mensen om en in Sint Maartensdijk waren twee levens te betreuren. De watersnood nam in het Verenigd Koninkrijk 307, in België 28 en op zee 224 mensenlevens. De harde cijfers benadrukken dan wel het verlies en de schade, maar zeggen niets over het emotionele leed. De Rijke stelt dat er 50 jaar lang heel weinig over werd losgelaten door de getroffenen. "Pas in 2003 gingen mensen erover praten."

Emoties
"Bij de generatie die de ramp overleefde nemen emoties vaker de overhand", ziet De Rijke. "Op scholen is er ook aandacht voor. Kinderen vragen hun grootouders wat zij hebben meegemaakt. Ook nabestaanden zijn er mee bezig. In het watersnoodhuis hopen sommigen antwoorden te vinden. Anderen komen nog eens terug." Volgens De Rijke is de watersnoodramp een ijkpunt in de Nederlandse geschiedenis: "Vooral in deze streken wordt gesproken van voor en na de tweede wereldoorlog en voor en na de watersnoodramp." Zelf zegt hij gepokt en gemazeld te zijn door beeldmateriaal dat hij onder ogen krijgt, maar geluidmateriaal blijft hem raken. "Geluiden vergeet niemand."

Media
De Rijke, die vrijwilliger is bij het watersnoodhuis, geeft verder aan dat ook de media de watersnoodramp levend houden. "Vroeger toen het net was gebeurd en nu, zoveel jaar later nog steeds. Alleen wordt er meer beheerst gecommuniceerd hoewel de media over elkaar struikelen om aandacht te schenken aan de watersnoodramp." De Rijke vertelt over de 1.3 miljoen zandzakken voor noodherstel, de 1600 militairen en 2000 vrijwilligers die via het Rode Kruis hulp verleenden, de evacuatielijsten, enzovoorts. Een 55 minuten tellende film over Stavenisse vlak na de ramp is in het watersnoodhuis van onschatbare waarde en ook de vrijwilligers die de gasten over van alles vertellen. De Rijke: "We hebben nog altijd behoefte aan vrijwilligers. Ook zijn er twee te vervullen bestuursfuncties en zien we graag donateurs tegemoet." Voor meer informatie kunnen u telefonisch contact opnemen op: 0166-692385 [l]