Gongschaaktoernooi jeugd BSV

BERGEN OP ZOOM - In maar liefst 8 groepen van vier speelde de jeugd van BSV het gezelligheidstoernooi. Ouders hadden het verder leuk gemaakt door voor de jonge schakers versnaperingen mee te nemen.

Groep A

In groep A eindigden er maar liefst drie spelers gezamenlijk met 2 punten uit drie partijen bovenaan, namelijk David Chen, Daan Gordijn en Wouter Kunst. In groep B was Levi Vriens met 3 uit 3 de sterkste.

Groep C

In groep C was ook Martijn van Eekelen ongenaakbaar met 3 uit 3.

Groep D

In groep D waren er twee winnaars en wel Marieke Luijkx en Koen van Uden met 2 uit 3.

Groep E

Groep E werd gewonnen door Martin Schoones met 2½ uit 3.

Groep F

Groep F werd gewonnen door William Heerebeek met 2uit 3. Melissa van der Poel won met 2½ uit 3 groep G en won Saphyra van Kasteren won met 2½ uit 3 groep H.

Ouders

Bij de ouders won Jurgen Eesterman met 2 uit 3 en bij de trainers Bart van Kasteren met 2½ uit 3.

Lessen

Op 16 januari startten weer de lessen en de gewone jeugdcompetitie.

De jeugd van BSV spelen nu in 5 niveaus te weten de stappen 1 tot en met 5.

Diverse stappen zijn nog onderverdeeld in een opstap of een extra.

De lessen en de competitie worden op de dinsdagavond van 18.30-19.30 uur gegeven in het schoolgebouw van het Juvenaat aan de Pater Dehonlaan.

Aspirant schakers kunnen altijd op de dinsdagavonden komen sfeerproeven.

Vorige schaakprobleem

In het vorige nummer was er de volgende probleem uit een stelling tussen Muutnik – Pulkkinen.

De stand was Wit: Ke4, Lc1, Ld3 en pionnen op a4, b3, e5, f3, f4 en h3 en zwart: Kd8, Lc5, Pf5 en pionnen op a5, b6, e6, f7, g6 en h7.

Zwart geeft mat via Pg3!

Nieuw schaakprobleem

Bij het nieuwe probleem is er dit keer geen diagram. We geven de notatie: Wit Ka1, Dh2, Tc1, Pc4, pi: a4, b2, c2, f3, g2 en h4; zwart: Kh7, Td8, Te8, Lb7, Pf6, Pe5, a5, b6, c7, f5, g6, h6 stellen we twee vragen:

1. Wie staat er voor?

2. Hoe kan wit aan zet materiaal winnen?

Om te bepalen wie er voor staat, kan de schaker als volgt tellen: D = 9; T = 5, L = P = 3 en pi = 1. Het is dus gelijk een teloefening. [l]