Geen 11-11 zonder 7-11.

In de eerste week van november, na Allerheiligen en Allerzielen, kent onze kalender een drietal bijzondere Heiligen: op 3 november St. Hubertus, op 7 november St. Willebrord en op 11 november St. Martinus. De eerste is bekend van de welbekende hubkes, die volgens de overlevering bescherming bieden tegen hondsdolheid. Sint Maarten is in grote delen van West-Europa bekend van de lampionnenoptocht. In delen van Noord-Brabant, en zeker ook in het Bergse, is hij echter in bekendheid en populariteit voorbijgestreefd door een andere 11-11.

St. Willebrord is misschien wel de minst bekende van de drie. Voor de Nederlandse kerkprovincie is hij echter van onschatbare betekenis. Hij bracht immers het geloof naar ons land. Zonder hem zou er nu geen Nederlandse Kerk zijn. In die zin staan wij allemaal op zijn schouders.

In zekere zin zou je ook kunnen zeggen dat er zonder de Heilige Willebrord ook geen vastenavond zou zijn geweest. Ons geloof gaat aan bijna alle feesten en tradities in Nederland vooraf. De feesten zijn gebleven en hebben soms een ander karakter gekregen. De Heiligen zijn echter steeds verder naar de achtergrond verdrongen. Ze zeggen ons steeds minder, ze verliezen aan betekenis.

Maar ik denk dat we juist nu grote behoefte hebben aan nieuwe voorbeelden. Mensen die ons de weg tonen van vrede en verdraagzaamheid, van leven in verbondenheid met Jezus. Nieuwe Heiligen, van deze tijd, voor deze tijd. Mensen op wiens schouders volgende generaties mogen staan. Wie kan er voor ons zo een Heilige zijn? En voor wie kunnen wij een Heilige zijn?

Diaken Anton Janssen. [l]