De Trommelaeren op het Wereldmuziek Concours in Kerkrade 17 augustus 1958.
De Trommelaeren op het Wereldmuziek Concours in Kerkrade 17 augustus 1958. Foto:

De Trommelaeren behoorden tot de wereldtop

ROOSENDAAL - Van 1953 tot 1973, twintig jaar lang, waren de Trommelaeren van Roesendaele het visitekaartje van Roosendaal. Nadat het korps tot tweemaal toe, in 1958 en 1962, de wereldtitel binnenhaalde op het Wereldmuziekconcours in Kerkrade steeg hun populariteit tot grote hoogte. Optredens in binnen- en buitenland waren het gevolg. Met de bussen van Hoefnagels reisde het korps naar volksfeesten in Noord- Frankrijk en in 1963 pakte het showorkest het vliegtuig naar Gene?ve ter opluistering van de Fe^tes de Gene?ve. Het publiek in die stad brak van puur enthousiasme door de afzetting heen tijdens de straatshow van het orkest.

DOOR MIEKE SPEKMAN

Carlo Laros heeft nog in het tenue van de Trommelaeren van Roesendaele gelopen. In het boek van Cees Heeren dat de geschiedenis van het muziekkorps beschrijft, staat een foto van hem. Trots liep hij tijdens het 700 jarig bestaan in 1968 als vierjarig jongetje met zijn trompetje in de hand voor burgemeester Godwaldt uit bij de feestelijkheden. Zijn pakje bevindt zich nu in museum Tongerlohuys.
Zonder zijn muzikale familie hadden de Trommelaeren waarschijnlijk nooit het levenslicht gezien.

De Gildezonen
De opa van Carlo, Kees Laros (1903) was begin dertiger jaren lid geworden van harmonie De Gildezonen. Zijn zoontjes Sjaak (1928) en Wim (1930) traden in 1935 toe tot de muziekvereniging. Sjaak was zeven en Wim pas vijf. De jongens bleken over veel talent te beschikken.
Sjaak werd een rasechte slagwerker en Wim speelde na zijn muzikale opleiding piano, hoorn en de trom. Kees Laros was jarenlang bestuurslid van De Gildezonen totdat er een conflict ontstond rond het tamboerkorps waar zijn zoon Wim leiding aan gaf. Wim voelde dat hij nooit de ruimte van het bestuur zou krijgen om zijn ambities en verlangens te verwezenlijken. Het bestuur beschouwde de tamboers als aanhangsel van de harmonie.
In 1951 stapte Wim uit de Gildezonen. Zijn broer en vader verlieten enige tijd later de harmonie.

Oprichting Trommelaeren
Kees Laros vatte daarna het plan op om een eigen drumband te beginnen. Er kwam een bestuur met als penningmeester B.T.H. Kortekaas, als secretaris Kees Rijsdijk en het voorzitterschap nam Kees Laros op zich. Tekenleraar en medeoprichter van het museum, Johan Werz, die tevens adviseur was van het korps, bedacht de naam De Trommelaeren van Roesendaele.
Op 19 juni 1953 was de oprichting van de Trommelaeren een feit. In de beginjaren repeteerden de muzikanten thuis in de huiskamer bij Kees Laros aan de Bredaseweg. Maar later door de grote toeloop van leden die voornamelijk uit de wijk Kalsdonk kwamen, verhuisden de repetities naar Zaal Irene en in de jaren zestig naar de H. Hartschool.
Bij het eerste lustrum bestond de totale orkestbezetting al uit 138 muzikanten. Onder muzikale leiding van Wim Laros evolueerde het korps in korte tijd van een bazuinenkorps met ritmische begeleiding tot een origineel jachthoorn- en trompetterkorps. Ook werd er een jeugdband opgericht met het oog op de toekomst en als aanvulling op de hoofdband. In 1958 werd officier van de Koninklijke Luchtmacht, Chris Bos als instructeur aangetrokken voor de showexercities. Zijn choreografie versterkte de muziek in dynamiek en zeggingskracht. In 1963 ontwierp Wim een compositie 'The New Start'.
Het muziekstuk wordt nog regelmatig gespeeld door diverse muziekgezelschappen en veroorzaakt bij het publiek nog steeds kippenvel en heimwee naar de Trommelaeren. [l]