In Roosendaal (kaartfragment - naar cartograaf G. Keller - 1625)
In Roosendaal (kaartfragment - naar cartograaf G. Keller - 1625) Foto:

Prins Maurits en z'n manne

ROOSENDAAL - Eerst moet ik het nog even hebben over het tracé van het oude Keutelstraatje. In de vorige aflevering stelde ik, dat het ging om een landweg die vanaf de Burgerhoutsestraat in een rechte lijn leidde naar een brug over de Hooge vaart. Op alle bekende kaarten is echter te zien dat de landweg aldus leidde tot áán de Hooge vaart, met even daarvoor een brug over de Krampenloop. Er is wel een oude kaart (zie afbeelding) waarop een brug over de Hooge vaart te zien is, maar deze kaart is in feite niet meer dan een schets van de verdedigingswerken te Roosendaal ten tijde van het beleg van Breda (1624-1625).

DOOR JAN VAN NASSAU

Een soortgelijke kaart staat ook afgedrukt in een krant die in 1625 in Antwerpen is uitgegeven door Abraham Verhoeven. De krant bericht eerst over het verloop van de strijd in 1624. Op 17 november verlaat (de zieke) Prins Maurits het kampement in Roosendaal. Hij draagt het commando aldaar over aan zijn neef, graaf Ernst Casimir. Het lijkt erop dat de Staatse soldaten hier vooral bezig zijn geweest met het aanleggen of uitbreiden van de verdedigingswerken, want zo schrijft de krant: ,,Voires ce sont Camper & fortifier à Roosendael…'' Op de kaart is het resultaat te zien. Het stratenpatroon van Roosendaal is herkenbaar maar niet erg nauwkeurig in beeld gebracht. Als de brug over de Hooge vaart juist gesitueerd is – ook al staat hij wellicht voor de brug over de Krampenloop – dan kan de weg erheen niet anders zijn dan het Ommegangstraatje c.q. het Keutelstraatje.

Percessie
In die tijd zal het straatje ook wel logistiek van betekenis zijn geweest, maar de oude naam Ommegangkstraatken doet vermoeden dat het oorspronkelijk (ook of vooral) diende voor de (jaarlijkse) ommegang. Al in het vroegmiddelnederlands heeft ombeganc als eerste betekenis 'omgang, meer of minder plechtige ronde langs een vaste route', met daarbij als subbetekenis aangegeven 'processie'. In het Woordenboek van de Brabantse dialecten verstaat men onder lof met processie een kerkdienst met uitstelling van het Allerheiligste, gevolgd door een processie (rondom de kerk of over het kerkplein of kerkhof) gehouden op de eerste zondag van de maand. Voor Roosendaal noteerde men in dit geval de benaming kerkprocessie, maar in Merchtem spreekt of sprak men van ommegank. Ik betwijfel of er nog Roosendalers zijn die zich van deze bewoordingen bedienen. Niet veel anders zal het intussen gesteld zijn met de grote processie die gehouden wordt op sacramentsdag of de zondag erna. Het WBD geeft hierbij algemeen voorkomende benamingen als sacramentsprocessie en (grote) processie - een Roosendaolder zegt percessie - maar voor Oud Gastel wordt hierbij ommegang vermeld. We kijken er dan niet van op, dat men daar ook nog altijd een Ommegangstraatje kent. En niet alleen daar. Zo had Nispen vanouds ook een Omgangstraatje, maar voor zover het nog terug te vinden is, heeft het een andere naam gekregen. Een Om(me)gangstraat komt verder nog in tal van Zuid-Nederlandse plaatsen voor. In een aantal gevallen wordt ook stellig verwezen naar een processie die jaarlijks door die straat trok. Zo herinnert de Omgangstraat in Sprundel, aldus Ad Schrauwen (www.meertens.knaw.nl), aan de middeleeuwse Kruisprocessie daar. De Ommegangstraat in Wakken (Dentergem) werd vroeger ook wel genoemd naar een processie die er doorheen trok, de "Ommegang van Sinte-Catharina". En de Ommegangstraat in Ronse herinnert aan de jaarlijkse Sint-Hermesommegang, die daar over een afstand van 32 km de stadsgrenzen volgt met de relieken van Sint-Hermes, de patroonheilige van Ronse….

Vonders
Trok er bij ons ooit jaarlijks een precessie door het Ommegangstraatje dan zal dat vanaf het jaar 1648 en nog heel lang daarna niet meer het geval zijn geweest. Het straatje raakte zo zijn status kwijt en verviel tot een slecht onderhouden ,,keutelstraatje''. Alleen de klerk die de belasting-registers (schotboeken) bijhield, gebruikte gewoontegetrouw nog de benaming Ommegangstraatje. Verder zal men die naam, onder druk van het anti-paapse bewind, wel zoveel mogelijk gemeden hebben. Zo plaatste De Grondwet in 1875 een advertentie van Notaris Wenning waarin hij aankondigt op maandag 28 juni 1875, 's namiddags twee uren, ten koffiehuize Mon Plaisir aan de Haven te Rosendaal publiek te verkoopen o.a. voor den W.E.Geb. Heer Scholten van Aschat: het hooigras op perceelen… in het Keutelstraatje… onder Rosendaal. Diezelfde notaris verkoopt op woensdag 10 juli 1878 ,,eenige kavels rogge, haver, boekweit, aardappelen en naweide'' op percelen op Burgerhout, Keutelstraatje, Langdonk en de Vugt. Zeer opmerkelijk is ook in 1897 de openbare aanbesteding van het gemeentebestuur voor het maken van twee vonders. In de krant van 24 januari 1897 spreekt men van "twee vonders 2e over de Hoogevaart ter hoogte van het Keutelstraatje''. Wie weet is er nadien ten stadhuize een belletje gaan rinkelen, want in de krant van 11 maart 1897 heeft men het over "twee vonders 2e over de Hoogevaart ter hoogte van het Ommegangstraatje.''…. Reacties: Oòns Taoltje, p/a Middenstraat 44, 4702 GE Roosendaal, telefoon 0165.545561, e-mail: jwvannassau@kpnmail.nl. [l]