Donatien Hamon tijdens zijn verblijf in het Sint Joanna ziekenhuis in Goes in 1940.
Donatien Hamon tijdens zijn verblijf in het Sint Joanna ziekenhuis in Goes in 1940. Foto:

Kapelle feliciteert Franse veteraan met 103e verjaardag

KAPELLE - De Franse veteraan Donatien Hamon, die in de Tweede Wereldoorlog bij Kapelle tegen de Duitsers vocht, is maandag 103 jaar geworden. Een Kapelse delegatie is afgereisd naar Frankrijk om hem te feliciteren met zijn verjaardag.

Bij de Duitse inval op 10 mei 1940 arriveerde al op dezelfde dag de voorhoedes van het Franse 7e Leger in Nederland om te helpen bij de verdediging. Soldaat Donatien Hamon uit Derval behoorde tot het 271e Regiment d' Infanterie (271e RI). "Het was een B-Categorie eenheid", legt Andries Looijen van het Kapelse oorlogsmuseum Vitality uit. "De 3000 man tellende eenheid bestond uit reservisten ouder dan dertig jaar, slecht bewapend, transport hoofdzakelijk per paard en wagen."
Eind 1939 waren de compagnieën in boerderijen in Noord-Frankrijk gelegerd. "Een roulante, een door paarden getrokken mobiele keuken, zorgde voor het eten. Het was redelijk, meer waardering kreeg het rantsoen van een halve liter wijn per dag."

Kanaal

"Toen op 10 mei de oorlog werkelijk uitbarstte en het 271e RI via België naar Zeeuws-Vlaanderen optrok, werd het menens. Andere Franse eenheden trokken Noord-Brabant binnen. Op 14, 15 en zelfs 16 mei stak het regiment met veerboten over naar Zuid-Beveland om de westzijde van het Kanaal door Zuid-Beveland te verdedigen. In de avond verscheen het SS Standarte "Deutschland" aan de andere oever van het kanaal. Over en weer werd geschoten, lichtkogels verlichten spookachtig het terrein. Gesteund door aanvallen van STUKA's (duikbommenwerpers) vielen de SS-ers op 16 mei aan. Met zwaartepunten op de Vlakebruggen en de Postbrug slaagde de vijand erin om in rubberboten een bruggenhoofd te vormen. Tegenaanvallen mislukten. Bij de verdediging sneuvelden 84 Fransen, een veelvoud raakte gewond."

Kritiek

Soldaat Hamon, die een kilometer noord van de Postbrug verdedigde, raakte zwaar gewond. "Hij dacht dat zijn laatste uur had geslagen. Zijn compagnie trok zich terug en Hamon kroop onder de dijk naar Wemeldinge. Een burger bracht hem naar dokter Gnirrip in de Dorpsstraat. Die gaf hem een injectie, hij mocht niet drinken. De tienjarige Corrie diende hem vocht op een wattenstaafje toe tijdens de nacht."

De volgende dag werd Hamon naar het Sint Joanna ziekenhuis in Goes gebracht. "Zijn toestand was zeer kritiek. Een roomskatholieke geestelijke bediende hem met het Heilig Oliesel voor stervenden. De kogel had milt, long en ingewanden geraakt. Hij had verontrustend hoge koorts die niet te lang mocht aanhouden."
In het ziekenhuis werkten twee Rode Kruis-vrijwilligsters die belangrijk waren, en nog steeds zijn, voor Hamon: Truus Dekker (toen 20 jaar) en Neeltje Gijzel (toen 22 jaar). "De hoofdzuster riep Neeltje Gijzel om haar te helpen een zwaar gewonde Fransman rechtop in bed te houden, zodat zij de pus uit de wond kon drukken. Je hebt meegeholpen het leven van de Fransman te redden, zei de hoofdzuster later."

Truus Dekker was een van de weinige verpleegsters die Frans spraken. "Als er taalproblemen waren, riepen de Fransen naar 'de zuster met de blozende wangen'." Met Hamon en de andere Fransen in krijgsgevangenschap hield zij briefcontact. Dat hield na de oorlog niet op. Ieder jaar was er in mei een grote herdenking in Kapelle waar veel Franse soldaten naartoe kwamen. "Over en weer bezocht men elkaar. Er was een levenslange vriendschap."

Krijgsgevangenkamp

Hamon was eind 1940 nog ernstig ziek, toch moest hij zich van de Duitse bezetter melden in Maastricht. "Daar zou de Ortskommandant beslissen bij welk krijgsgevangenkamp in Duitsland hij zich moest melden. Dit zou tegelijk zijn dood betekenen. Dat wist ook mevrouw Marcelle van 't Hoff-Calou, een Française getrouwd met een Nederlander. Op 10 mei 1940 ondernam zij de niet ongevaarlijke tocht naar Zeeland om gewonde Franse soldaten te helpen. Zij ging met Hamon mee en pleitte bij de Ortskommandant om hem niet naar een kamp te sturen, dat zou zijn einde betekenen. Een Française die in perfect Duits (zij doorliep een kostschool in Duitsland) voor een Fransman pleit, is dat niet verdacht? Na een paar spannende dagen had zij succes."

Vlaggendragers

Donatien Hamon mocht in het Sint Jacques ziekenhuis in Nantes in Frankrijk verpleegd worden. "Na zestien maanden en vele operaties was hij genezen en mocht naar zijn boerderij terug in Derval." Hamon had vier broers die ook in dienst waren. Zij vochten in België en gingen jarenlang in krijgsgevangenschap.

Zo goed en zo kwaad als het ging pakte Hamon de draad weer op. "Hij trouwde en kreeg vier kinderen. Met Truus Dekker en haar gezin bleef hij contact houden. Het laatste bezoek was in september 2005. Toen kreeg Ancien Combattant Donatien in Chateaubriant, omringd door 300 vlaggendragers, de Légion d'Honneur.

Invalide

Door zijn verwondingen werd Donatien Hamon voor 75 procent invalide. 'Daardoor is hij dagelijks geconfronteerd met wat hij voor ons heeft gedaan. Door de goede verzorging in het ziekenhuis heeft hij het wonder boven wonder overleefd. Zijn lijfspreuk is dan ook: 'Je pense que je suis de sang Française et de coeur Hollands parce que j'ai été très bien soigné et entouré'. (Ik denk dat ik Frans bloed heb en een Hollands hart, omdat ik zo goed ben verzorgd en opgevangen.)

Tekeningen

Vorig jaar, op zijn 102e verjaardag, kreeg Hamon uit handen van de toenmalige Kapelse burgemeester Anton Stapelkamp de erepenning en de daarbij behorende oorkonde. Samen met vrijwilliger Louis Brugghe van Vitality en enkele anderen bezoekt Looijen de Franse veteraan al zeven jaar op zijn verjaardag. "In de zomer probeer ik ook altijd samen met mijn zoon Lennart, die nu ook mee gaat naar zijn verjaardag, bij hem langs te gaan. Dit jaar hebben we ook weer allerlei werkjes en tekeningen van basisschoolkinderen uit de gemeente Kapelle mogen meenemen. Helaas gaat zijn gezondheid hard achterruit en ligt hij veel op bed." [l]