Het college van burgemeester en wethouders in de gemeente Borsele. helemaal rechts staat gemeentesecretaris Ko van den Berge. FOTO GEMEENTE BORSELE
Het college van burgemeester en wethouders in de gemeente Borsele. helemaal rechts staat gemeentesecretaris Ko van den Berge. FOTO GEMEENTE BORSELE Foto: Gemeente Borsele

'Enige wat minder is geworden, zijn de lasten'

HEINKENSZAND - De vier jaar zitten er bijna op voor de Zeeuwse gemeentebesturen. Tijd om terug te kijken. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borsele is één van de eerste die terugkijkt. “Toen we begonnen, kregen we de vraag of het allemaal niet te ambitieus was, maar veel van onze plannen zijn gerealiseerd”, vertelt wethouder Ad Schenk.

DOOR EUGÈNE DE KOK

En eerlijk is eerlijk: wie door het collegeprogramma van het CDA, SGP/ChristenUnie en PvdA bladert en de plannen leest, moet de vertrekkende wethouder gelijk geven. “De leefbaarheid bevorderen was één van onze belangrijkste doelen. Dat is ons gelukt, denk ik. Het enige wat minder is geworden zijn de lasten voor onze inwoners”, grapt Ad Schenk. Hij voegt daar op wat serieuzere toon aan toe dat de gemeente Borsele van de zevende naar de vierde plaats is gestegen op het lijstje van goedkoopste gemeenten in Zeeland. “We zijn stabiel, financieel gezond. En op economisch gebied gebeurt er van alles. MSP Onions breidt uit, er komt een groot datacenter in Borssele en Hoondert heeft plannen. Ook dat is allemaal goed voor de leefbaarheid.” Net als dorpshuizen dat zijn. Driewegen en Nisse zijn tijdens deze periode opgeknapt. “En we kijken naar de dorpshuizen in Ellewoutsdijk, Nieuwdorp en ‘s-Gravenpolder. Ook daar gaan dingen gebeuren."

Dorpsvernieuwing

Ook Kees Weststrate blikt tevreden terug op zijn eerste termijn als wethouder. Onder zijn hoede werden flinke stappen gemaakt op het gebied van dorpsvernieuwing. “Ook een belangrijk project voor de leefbaarheid”, zegt de SGP/ChristenUnie-wethouder.

De subsidies voor het opknappen en verduurzamen van particuliere woningen en de opstallen op het AMAC-terrein in 's-Heerenhoek zijn gesloopt. Er ligt een plan voor woningen en een bos. “Er waren veel twijfels toen ik vier jaar geleden zei dat ik het deze periode wilde oplossen, maar ik ben blij dat het is gelukt.” Weststrate is verder tevreden over het aantal fietspaden dat is opgeknapt en dat het einde van de werkzaamheden aan de Sloeweg in zicht is. “Al is dat natuurlijk meer een project van de provincie. Toch is het voor ons netjes opgelost.”

Sociaal domein

Conny Miermans is vooral bezig geweest met het sociaal domein. “In 2014 hadden we nauwelijks een idee waar we op 1 januari 2015 moesten staan, maar door wat noodverbanden, door veel samen te werken en door bruggen te bouwen gaat het steeds beter. Alles is in beweging en de puzzelstukjes vallen in elkaar. We hebben het in Borsele goed op orde.” Miermans heeft veel gesproken met mensen uit het veld over maatregelen waarmee ze de zorg op peil kan houden. De inwoners hebben sowieso een duidelijkere stem gekregen. Zo worden de dorpsplannen in overleg met de inwoners gemaakt en is bijvoorbeeld de cultuurnota in samenspraak tot stand gekomen. “Wat doe je als overheid wel en wat leg je neer bij de burgers? Die balans moet je in de gaten houden. Als inwoners het idee hebben dat ze kunnen meebeslissen, dan is het goed.”

Burgemeester Gerben Dijksterhuis maakt pas kort deel uit van het college. Hij kwam vorig jaar naar de gemeente Borsele en werd onderdeel van ‘een goed ingespeeld team’. “We weten elkaar goed te vinden en gunnen elkaar de ruimte. Ik heb situaties meegemaakt waarin dat anders was. Daarnaast schaken we als Borsele op verschillende regionale borden. Dat is alleen maar goed, want we hebben samenwerking nodig.”

Mislukt

Is er dan helemaal niets mislukt? Toch wel. Zo vindt Schenk het jammer dat het toeristisch overstappunt in Hoedekenskerke (HKK360) niet van de grond is gekomen, Miermans betreurt het dat de solidariteit qua financiering in de jeugdzorg is losgelaten en Weststrate heeft nog een wensenlijstje voor het verkeer en vervoer. “Zo is de snelheid in de dorpen voor mij nog een punt van zorg. Daar wil ik graag nog iets doen. We doen veel, maar we zijn nog niet klaar.”[l]