Er staan grote investeringen op stapel in Goes, zoals de spooronderdoorgang. FOTO EUGÈNE DE KOK
Er staan grote investeringen op stapel in Goes, zoals de spooronderdoorgang. FOTO EUGÈNE DE KOK Foto: Eugène de Kok

Goes blijft kritisch kijken naar uitgaven

GOES - Op financieel gebied gaat het goed met de gemeente Goes. Als één van de eerste gemeenten in Zeeland heeft ze haar meerjarenbegroting klaar. In 2019 staat er volgens de rekenmeesters van de gemeente een overschotje van 120.000 euro onder de streep.

DOOR EUGÈNE DE KOK

In de jaren daarna gaat het om grotere bedragen: 380.000 euro in 2020, 2,3 miljoen euro in 2021 en 2,8 miljoen euro in 2022. “We kijken positief naar de toekomst, maar blijven kritisch kijken naar onze uitgaven. Tijdens Prinsjesdag hebben we gehoord dat de uitkering voor gemeenten stijgt, maar voorzichtigheid is altijd geboden. Het kan zo veranderen. Bovendien staan we voor een aantal grote investeringen”, doelt wethouder Loes Meeuwisse onder meer op de bouw van de spooronderdoorgang in de Van Hertumweg. "Op verschillende onderdelen zijn de uitgaven nog onzeker. We houden deze goed in de gaten."

Er is extra aandacht voor het weerstandsvermogen, het vermogen om risico’s te weerstaan. “Eventuele tegenvallers bij bijvoorbeeld Omnium kunnen we daarmee opvangen.” Bovendien wil ze 'extra vlees op de botten hebben' als de precario op kabels en leidingen wegvalt in 2022. Gemeenten mogen deze belasting vanaf dat jaar niet meet heffen.

Kostenpost

Het sociaal domein is en blijft de grootste post op de begroting. Goes heeft daarvoor een extra reserve in het leven geroepen. Zoals het er nu uitziet moet ze daarop dit jaar geen beroep doen. "We zien een stabilisatie van de uitgaven", aldus wethouder André van der Reest. Met de begroting zijn donderdag ook de cijfers voor het sociaal domein over de eerste twee kwartalen bekend gemaakt. Als ze die doortrekt denkt Goes op het budget van 42 miljoen euro 750.000 euro over te houden in het sociaal domein.

Jeugdzorg

Dat is ondanks een tekort op de jeugdzorg van naar verwachting 7,2 ton. “Maar we hebben op dit vlak een grote omslag gemaakt”, zegt wethouder Derk Alssema. Het tekort in 2016 was 2,1 miljoen euro op een budget van 7,4 miljoen euro en in 2017 nog 1,3 miljoen euro. "We blijven hopen op nul, maar dat zal moeilijk zijn. We blijven daarom in Den Haag uitleggen dat wij echt een ander gebied zijn dan de Randstad. We blijven hopen op een hogere bijdrage vanuit Den Haag." Volgens Alssema is de afname onder meer te danken aan de inzet van een praktijkondersteuner van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Voorheen gingen ouders met hun kinderen naar de huisarts, die ze doorverwees naar hulpverleners. “Door de praktijkondersteuner is het aantal kinderen dat professionele hulp krijgt met 60 procent gedaald. Vaak blijkt dat het ook met anderehulp kan of dat het na een paar gesprekken duidelijk is.” [l]