Maimuna Bah en haar man Ansumana Manneh maken 
de appartementen van het azc schoon. FOTO EUGÈNE DE KOK
Maimuna Bah en haar man Ansumana Manneh maken de appartementen van het azc schoon. FOTO EUGÈNE DE KOK Foto: Eugène de Kok

Bewoners azc mogen en moeten veel meer doen

GOES - Het asielzoekerscentrum aan de Albert Plesmanweg in Goes loopt gestaag vol. “We hebben zo’n 40 bewoners nu”, zegt locatiemanager Fokke Osterthun van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). “We verwachten dat we in januari vol zitten.”

DOOR EUGÈNE DE KOK

De gemeente Goes kreeg in oktober een telefoontje van het COA waarin het orgaan vroeg of het centrum, dat tot deze zomer een zogenaamde gezinslocatie was, zou mogen worden heropend.
Het orgaan heeft te maken met een hogere instroom en slepende procedures waardoor statushouders langer blijven wonen in een azc. “Het was een acuut verzoek, er stond een gebouw waaraan je weinig moet doen om mensen op een goede manier onderdak te bieden en er is altijd draagvlak geweest”, zei burgemeester Margo Mulder over waarom het college besloot in te stemmen met het verzoek.

'De mensen zijn nu rustig aan het instromen'

Voorlopig gaat het centrum een jaar open. Er is plaats voor maximaal 300 asielzoekers. In tegenstelling tot de vorige periode komen er allerlei soorten vluchtelingen. "COA weet nooit precies wie er aan de poorten staat, maar we willen dat er een goede match is", zei Mulder in oktober. "Ook met het oog op onze arbeidsmarkt hopen we dat zoveel mogelijk mensen in Zeeland uitstromen. We hebben aan het COA dus gevraagd of mensen kunnen komen die in onze provincie kunnen blijven wonen en werken.” COA heeft die intentie ook uitgesproken, maar kan niets garanderen. “De mensen zijn nu rustig aan het instromen”, zegt Fokke Osterthun. “Tot nu toe arriveren er vooral gezinnen, maar dat is een dagkoers. Morgen kan het anders zijn.”
De meeste mensen die in Goes arriveren zijn pas een paar weken in Nederland. Nog steeds komen de meesten uit Syrië en Eritrea, maar er komen ook veel vluchtelingen uit Afghanistan, Irak en Iran en een aantal Afrikaanse landen zoals Nigeria en Gambia.

Taallessen
In Goes worden ze ingeschreven en zo snel mogelijk aan het werk gezet. Zelfwerkzaamheid, noemt het COA dat. De vluchtelingen richten hun eigen onderkomen in, maken andere schoon en zullen straks verschillende werkzaamheden verrichten en Nederlandse taallessen volgen. De kinderen gaan zo snel mogelijk naar school in Middelburg waar het taalexpertisecentrum zit. “In de gezinslocatie mochten de bewoners heel weinig, omdat het de bedoeling was dat zij zouden vertrekken zodra één van hun kinderen achttien werd”, legt Osterthun uit. “Deze mensen mogen en moeten veel meer doen. Ze kunnen straks bijvoorbeeld ook vrijwilligerswerk buiten het centrum doen. Graag zelfs.”
Voorlopig steken de bewoners hun handen uit de mouwen binnen de hekken van het azc. Zo verwijdert een groepje van vijf mensen vandaag stickers van de muren en maken ze enkele doorleefde appartementen schoon. Maimuna Bah, haar man Ansumana Manneh en David Nnachar zijn drie van de het handjevol nieuwkomers. “Hier is het veel beter dan waar we vandaan komen”, zegt Manneh die uit Gambia komt.

Mix
De Afrikaan werkt elke dag samen met zijn vrouw, maar ook met de drie anderen, die uit andere regio’s komen. “Ik mix nationaliteiten bewust met elkaar”, zegt begeleider Peter de Groot van het COA, die helpt met het schoonmaken en bewoners tegelijkertijd Nederlandse woorden als ‘emmer’, ‘stopcontact’ en ‘goedemorgen’ leert. “Door ze samen te zetten moeten ze wel Nederlands met elkaar praten, omdat het de enige taal is die ze beiden kennen. Ze leren van elkaar. Dat gaat prima”, legt hij uit. “Je ziet ook dat ze elkaar na het werk opzoeken. Het schept een band.”
Het asielzoekerscentrum kan vrijwilligers goed gebruiken. Mensen die interesse hebben kunnen zich melden via goes@coa.nl.[l]