Letty Demmers in de raadszaal in het gemeentehuis in Wissenkerke. FOTO EUGÈNE DE KOK
Letty Demmers in de raadszaal in het gemeentehuis in Wissenkerke. FOTO EUGÈNE DE KOK Foto: Eugène de Kok

Demmers keert terug naar geliefd Zeeland

WISSENKERKE - Letty Demmers is vorige week geïnstalleerd als waarnemend burgemeester van de gemeente Noord-Beveland. Het is voor haar een terugkeer naar Zeeland. Demmers was eerder korpschef van de Zeeuwse politie en waarnemend burgemeester in de gemeente Vlissingen.

DOOR EUGÈNE DE KOK

Haar laatste klus als waarnemer was in de gemeente Veldhoven. Daar maakte ze een paar weken geleden plaats voor Marcel Delhez, die deze gemeente verkoos boven Noord-Beveland. “Het telefoontje van de commissaris van de koning kwam als een verrassing, hoewel ik wist dat Noord-Beveland zich oriënteerde op een opvolger. En geloof me, ik wist dat wat eerder dan u allen”, lachte Letty Demmers tijdens de buitengewone raadsvergadering in Wissenkerke. “Ik had in eerste instantie niet in de gaten waarvoor hij belde, omdat we elkaar vaker spreken over D66.” Hoewel ze van plan was na Veldhoven met pensioen te gaan besloot ze ‘ja’ te zeggen op de vraag van Han Polman. “Noord-Beveland ligt immers in het door mij geliefde Zeeland. En je moet iets met de gemeente hebben. Anders lukt het niet.”

Ook wil Demmers meewerken aan de toekomstvisie die de raad in samenspraak met de inwoners gaat maken. Volgens Polman kan Noord-Beveland daarmee een voorbeeld zijn voor andere Zeeuwse gemeenten. In de visie moet komen te staan hoe Noord-Beveland zich in de toekomst ziet. “Dat moet geen gelikt document worden, dat is niet mijn stijl”, aldus Demmers. “Het moet iets zijn waar we als raad en inwoners achter staan en helpt om de juiste beslissingen te nemen. Ik vind het leuk om daarin een rol te spelen.” De toekomstvisie moet voor de zomer klaar zijn. Dan is ook duidelijk wat er in de profielschets voor een nieuwe burgemeester komt te staan. Tot die tijd staat Demmers aan het roer. Of er daarna nog een nieuwe klus volgt? “Na Veldhoven durf ik niets meer te zeggen.”[l]