De zwevende trap op de hoogste overgang bij Valkenisse. ILLUSTRATIES TIMKO LOKERSE
De zwevende trap op de hoogste overgang bij Valkenisse. ILLUSTRATIES TIMKO LOKERSE Foto: Timko Lokerse

Nieuwe overgangen laten geen littekens achter

DOMBURG - Kun je op een zo eenvoudig mogelijke manier duinovergangen maken, die lang meegaan en voor iedereen toegankelijk zijn? Ja, is het antwoord van architect Timko Lokerse uit Dishoek en Arjen Jeras van Jeras Projectmanagement uit Middelburg.

DOOR EUGÈNE DE KOK

Het tweetal was door de gemeente Veere gevraagd met een idee te komen voor duurzame, innovatieve duinovergangen. Harde voorwaarde was dat ze ook voor mensen in een rolstoel of gezinnen met een bolderkar begaanbaar zijn. De huidige houten trappen en stenen overgangen die er nu zijn, zijn dat lang niet allemaal.

Het voor iedereen toegankelijk maken van de 82 Veerse duinovergangen staat al jaren op het verlanglijstje van de gemeente. “Op een plek als Zoutelande is dat makkelijker dan bijvoorbeeld bij strandpaviljoen De Boomerang in Dishoek, een unieke locatie waarmee dit eigenlijk is begonnen. Wij wilden weten of en wat daar mogelijk is”, legde wethouder René Molenaar in het gemeentehuis in Domburg de opdracht uit.

Beperkingen

Architect Timko Lokerse en projectmanager Arjan Jeras waren daarvoor de aangewezen personen. Ze kennen de gemeente op hun duimpje en vullen elkaar bovendien goed aan. “We zijn het beste van twee werelden”, aldus Jeras. “Timko denkt zonder beperkingen, ik kijk juist wel naar wat moeilijkheden zou kunnen veroorzaken. Het mooie van deze opdracht is dat we met iets moesten komen dat werkt voor elke overgang, terwijl deze allemaal van elkaar verschillen.”

Wat het daarnaast moeilijk maakt, is dat de duinen ‘een dynamische omgeving zijn’. “De overgangen stuiven vaak onder en de materialen staan voortdurend bloot aan UV-straling, water, zout en zand”, zei Lokerse. “Dat is bepalend voor wat je wel en niet kunt gebruiken.”

Littekens

Toch kwam hij met twee concepten die overal in Veere kunnen worden gebruikt. De eerste zijn zogenaamde zwevende trappen. De basis daarvan zijn palen van cortenstaal, die diep de duinen in worden geboord. “Daarmee laat je heel weinig littekens achter in het landschap.” Bovenop deze stalen palen, die door een zichzelf vormende roestlaag tegen alle weersomstandigheden bestand zijn en tientallen jaren mee kunnen gaan, komen zespuntige terrasdragers. Daartussen kunnen op vrijwel alle mogelijke manieren trappen en hellingbanen van ultrasterk beton worden gemaakt.

Zelfvoorzienend

Basis van het tweede, bijzondere concept is een hydraulische, door middel van zonnepanelen zelfvoorzienende lift. De lift heeft geen beweegbare onderdelen, zodat de soms barre omstandigheden geen schade kunnen aanrichten. De lift staat middenin een Zeeuwse krul. Het ontwerp eromheen ziet er namelijk uit als het sieraad dat bekend is van de Zeeuwse klederdracht. “Zo kun je op compacte wijze een hellingbaan maken”, aldus Lokerse over het unieke ontwerp. “Het is vooral bedoeld voor locaties waar het veel drukker is. Het is ook een beleving, die aansluit bij het Veerse DNA en de gemeente daardoor nog aantrekkelijker maakt.”

Het tweetal stelde bij de presentatie in het gemeentehuis voor om in ieder geval op één van de 82 locaties een proef te doen met één van de twee concepten. Volgens Jeras vallen de kosten mee, omdat de gekozen materialen veel langer meegaan dan houten trappen. “Zo’n stalen constructie gaat vijf keer zo lang mee als een houten trap en hij is zo goed als onderhoudsvrij.”

Leermeester

Molenaar reageerde enthousiast op het rapport. “Toen ik de ontwerpen voor het eerst zag, twijfelde ik, maar het verhaal erbij overtuigt echt. De ideeën spreken me buitengewoon aan.”

Hoewel hij na de verkiezingen afscheid neemt als gemeentebestuurder, zei hij er persoonlijk op toe te zien dat het rapport van Lokerse en Jeras niet in een diepe la verdwijnt. “Een proef lijkt me een goed idee. De praktijk is immers de beste leermeester.”[l]


De Zeeuwse krul in het duinlandschap.