Jan Janssen

Hoewel het nog twee maanden duurt voordat het startschot van de Tour de France klinkt, is Jan Janssen nu al prominent in de publiciteit. Begrijpelijk, want een halve eeuw geleden was Jan de eerste landgenoot die ’s werelds grootste wielershow op zijn naam bracht. Fotograaf Tonny Strouken en journalist Raymond Kerkhoffs stelden een prachtig boek samen. ‘Janssen 68’, heet het. 68 unieke beelden uit die historische La Grande Boucle. Alleen de cover al - de beduusde Tourwinnaar op de schouders, terwijl zijn ogen speuren naar zijn in verwachting zijnde vrouw Cora - bezorgt me kippenvel.

Jan leerde ik in 1974 kennen bij een cursus ’openbaar spreken’ in Bergen op Zoom. Tijdens de koffiepauze gaf ik hem een hand, zei wie ik was, wat ik deed. Hij luisterde geïnteresseerd. Enkele jaren later benaderde ik hem om, namens de krant, het parcours van het West-Brabantse deel van de Tour 1978 te verkennen. Hij op de fiets, ik in de auto. Volgens collega Ton Rooms op de passagierstoel remde ik vaak abrupt. ”Maar ik kan Jan toch niet omver rijden”, verdedigde ik. “Zo wil ik niet in het geschiedenisboekje.” Ik heb Jan altijd een hele aardige, toegankelijke man gevonden. Volstrekt wars van sterallures. Het typeert trouwens bijna alle wielervedetten: ze lopen niet naast hun schoenen. In huize Janssen, waar zijn lieve, begripvolle vrouw Cora de regie voerde, voelde ik me zeer welkom. Met Raymond Kerckhoffs, auteur van ’Janssen 68’, maakte ik in 1991 kennis. Hij had zich gemeld bij de balie aan de boorden van de Amstel waar weekblad Aktueel resideerde. Of hij de chef sport kon spreken? Ik stiefelde de trap af en zag dat de Limburger met uitgestoken hand klaar stond. In zijn andere hand een mapje foto’s. “Het is de tijd van de criteriums. De Tourrenners zijn daar de blikvangers. Ik hoop dat u één foto wil gebruiken”, zei hij. Waarna hij naar de prijs informeerde. “75 gulden”, antwoordde ik. “Mooi. Ik woon in Voerendaal. Dan haal ik er mijn reiskosten zeker uit.” Dat het doortastende, slimme manneke tot een topjournalist (van de Telegraaf) zou uitgroeien, verbaasde me niet. “Talent is aangeboren, net als slimheid”, behoort tot Janssens lijfspreuken. ‘Janssen 68’ beveel ik u van harte aan. Het gezegde dat een foto dikwijls meer zegt dan duizend woorden gaat hier zeker op.[l]