Een foto van Cambrinus in 1969. FOTO BEELDBANK ZEELAND/ZEEUWSE BIBLIOTHEEK
Een foto van Cambrinus in 1969. FOTO BEELDBANK ZEELAND/ZEEUWSE BIBLIOTHEEK Foto: BEELDBANK ZEELAND/ZEEUWSE BIBLIOTHEEK

De Rape is gaar in de Gravenstraat

MIDDELBURG - In 'Kroegpraat' tekenen Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen wekelijks de horecageschiedenis van de twee gemeenten op: een kroegbaas die met de noorderzon is vertrokken, ontroerende liefdesverhalen en vanzelfsprekend de sterke verhalen. Deze week: De Rape is gaar in de Gravenstraat.

DOOR ROB VAN HESE

Een advertentie in de Middelburgsche Courant van 25 maart 1891 geeft het volgende aan: “Verhuisd van De Steenrotse naar Gravenstraat I 282. L.P.A. Poelman.” Het gaat hier om Lodewijk Pieter Adolf Poelman, die de Steenrotse verruilt voor een pand aan de Gravenstraat. De zaak heeft helaas geen naam. Als Poelman in 1897 vertrekt naar het Bierhuis Blindenhoek, wordt hij opgevolgd door Izaak Oosse. “Uit de hand te koop: Wegens ziekte van den eigenaar I. Oosse, liggende aan de Gravenstraat I 282, in Middelburg”, is in de krant in 1915 te lezen. Vervelend dat Izaak een griepje, of wellicht erger, onder de leden heeft. Oosse heeft eerder een bierhuis gehad aan de Gravenstraat, op nummer I 279. In de Middelburgsche Courant van 1 januari 1909 verschijnt dit bericht: “Donderdag omstreeks 11 uur namiddag is de politie handelend moeten optreden bij een vechtpartij in een café in de ’s Gravenstraat bij den caféhouder I. Oosse.” De drie andere feestdagen moest het café op last ‘van den burgemeester des avonds' gesloten blijven. Er verschijnt een jaar later eenzelfde bericht. “Dinsdagavond is te Koudekerke door de marechaussee gearresteerd de 24-jarige boerenknecht A.M, aldaar woonachtig, verdacht op donderdag in het café van O. in de Gravenstraat te Middelburg, een bezoeker, een boer uit ’s Heer-Arendskerke, zoodanig met een biljartkeu geslagen te hebben, dat deze eenigen tijd nadien het bewustzijn verloor.” Het kan natuurlijk altijd erger.

Enfin. In 1924 zit Wilhelmina Frederika Geijp in de zaak die de naam de Rape draagt. Ondanks een paar goede jaren stopt ze in 1931 met haar zaak, omdat haar echtgenoot Bernardus Joes Akkerman is komen te overlijden. De Rape is dus gaar in de Gravenstraat. In 1931 opent Cornelis Witte een café op het adres Gravenstraat 48. Hij noemt zijn zaak Cambrinus. Hij draagt de zaak in 1937 over aan Cor den Exter. Cor zet de zaak na de Tweede Wereldoorlog voort in een wederopbouwpand op het adres Zusterstraat 17. Op 4 mei 2016 schreef ik ‘Caramboles in Cambrinus’ in de Middelburgse en Veerse Bode. Zo ging dat.[l]