Boer word mens

‘Boer, word mens en leer de wereld kennen’, is een van de gezegden in het boekje ‘Mijn moeder zei altijd’ van Jaap Toorenaar. Degene die de spreuk inzond, meldde dat zijn moeder ermee aangaf dat men zich moet openstellen voor wat er allemaal gebeurt. Grappig om te zien hoe betekenissen kunnen verschuiven. De standaard uitspraak is namelijk ‘O boer, word mens!’ en is een ‘hertaling’ van de afkorting OBWM op in boerderijen ingemetselde tegeltjes of plaatjes. Het was een teken dat de boerderij verzekerd was bij de aloude Onderlinge Brand Waarborg Maatschappij. De versie ‘O Boer word mens!’, was in een groot deel van Nederland bekend en impliceerde dat boeren, of bepaalde boeren, te weinig ‘mens’ zouden zijn. Dat sloeg dan op hun houding ten opzichte van hun personeel, die in de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw inderdaad nogal eens te wensen overliet. Er waren overigens grote onderlinge verschillen.

De uitdrukking komt dus uit een tijd met sociale tegenstellingen en ik vraag me altijd af hoe dat zit met het woord ‘mènsepetje’ voor het gewone platte petje van de Walcherse streekdracht voor mannen. Het was een alternatief voor aanvankelijk de tonhoed en later voor het bolvormige boerenhoedje in zijn verschillende vormen. Ook hier dus de tegenstelling tussen ‘boer’ en ‘mens’. Was de naam ‘mènsepetje’ soms ook een verkapte kritiek op de hoedjes dragende betere boerenstand, die men niet tot ‘de mensen’ rekende? Of betekende het simpelweg: een gewone-mensen-petje? Dat ligt niet zover uit elkaar, natuurlijk.

Een andere uitdrukking die ik van huis uit ken, is: ‘’t Schuum van de negotie is beter dan ’t vette van den arbeid.’ Ook dit gezegde is landelijk bekend. Werkmensen duidden ermee aan dat ze met al hun harde werken toch qua inkomen nooit op konden tegen handelslui. Vooral in de eerste helft van de twintigste eeuw was het een bekend gezegde. Zo liet J.C. Verton in zijn feuilleton ‘Vroege herfst’ in De Faam van 15 april 1960 iemand zeggen: ‘Ik bin maar een gewone errebeiersjongen, maar ik heb toch al begrepen dat het schuim van de negotie beter is dan ’t zweet van de arbeid’. Jaja![l]