Column Jan Zwemer

Walcherse schaapherders

Tegenwoordig is het op Walcheren weer een bekend verschijnsel: onderhoud van wegbermen door kuddes schapen, die door een herder van tijd tot tijd naar een andere plek worden geleid. Jan Kaljouw uit Biggekerke is bijvoorbeeld de ondernemer achter de kuddes die in en rondom Middelburg grazen. Hij is een van de eerste schaapherders in Walcheren na een herderloos tijdperk in het lange midden van de twintigste eeuw. In Arnemuiden was Francois Haartsen nog rond 1930 als herder actief en in Nieuwland in de jaren twintig Willem Goedhart. Het moet toen echter al een vak zonder toekomst hebben geleken. In 1927 vond in Arnemuiden een echt herdershuwelijk plaats: Jannetje, dochter van schaapherder Geerard Meerman, trouwde met Jacob, de zoon van herder Johannis den Boer. Ervaring genoeg dus, maar Jacob werd landarbeider in Zuid-Beveland en géén schaapherder.

In het oosten van Walcheren met zijn dijken zijn altijd de meeste schaapherders geweest. Een deel van hen was uit Zuid-Beveland afkomstig, waar vanwege de vele dijken veel meer schaapskudden waren. Zo waren de schaapherders Gerard Meeuwse uit Arnemuiden en Andries de Vroe uit Ritthem allebei Zuid-Bevelanders, terwijl herder Jan Rooze, actief in Vrouwenpolder, een tijdlang in Zuid-Beveland had gewoond.

De meest westelijke schaapherders waren die te Oostkapelle en misschien ook te Zoutelande. Ik meen dat er een foto bestaat met een Wittevrongel uit Zoutelande die schapen (of misschien koeien?) hoedt in de duinen daar, eind negentiende eeuw. In de burgerlijke stand van het duindorp komen echter alleen Wittevrongels voor als arbeider (of winkelier). Maar een schaapherder in dienst van een boer kon natuurlijk heel goed als arbeider of dagloner geregistreerd staan. Toôn Theune (Antheunisse), de schaapherder uit de buurtschap ’t Weêltje bij Oostkapelle, was feitelijk ook arbeider en zo waren ook de meeste schaapherders van Nieuwland, zoals Willem Goedhart, Janis Rijkse en Marinus de Kuijper, van arbeidersafkomst. Anderen waren landbouwer en trokken dus met eigen kudden langs de dijken of door het vroon: Willem Jan Boone van Nieuwland en Engel Maas uit Vrouwenpolder. Maas moet op het Walcherse vroon (het grasland en de ruigte achter de duinen) de laatste schaapherder zijn geweest, Antheunisse de laatste op één na.[l]