Afbeelding
Foto: Beeldbank Middelburg

Hoe haal je meer Vlamingen naar Zeeland?

MIDDELBURG - Wie wil als ondernemer wil weten hoe je meer Vlamingen naar de stad en binnen krijgt moet dinsdag naar Studio A58 in Middelburg. Daar geven sprekers uit de omgeving en Vlaanderen tips en trics. "De Belg is echt anders dan wij denken", zegt Carolien Eijkelenboom van de gemeente Goes.

DOOR EUGÈNE DE KOK

De bijeenkomst van dinsdag is één van de vijf bijeenkomsten die de provincie, vier grote gemeenten en winkeliers samen organiseren. De reeks moet leiden tot een Zeeuws Retail Netwerk waarin winkeliers uit alle winkelgebieden in Zeeland samenwerken en ten strijde trekken tegen bijvoorbeeld de leegstand. “De ontwikkelingen gaan momenteel zo snel dat je niet kunt zeggen hoe binnensteden er in 2030 uitzien, maar het is duidelijk dat je kwaliteit moet bieden en van het winkelen een beleving maken”, verklaarde gedeputeerde Jo-Annes de Bat voor de eerste avond in Goes de steun van de provincie.

Dat Vlamingen een belangrijke doelgroep zijn, weten Zeeuwse ondernemers al langer. Wat je moet doen en niet moet doen om er meer naar Zeeland te krijgen, vertellen Patrick van Impe, afkomstig uit Gent, en ‘would-be-Zeeuw’ Gerard van Keken. Ook komt Ruurt van der Wel aan het woord. De geboren Goesenaar is citymarketeer in Bergen op Zoom, een plek die populair is bij Belgen. “We weten dat Duitsers zeer zijn gesteld op duurzaamheid en denken dat Belgen focussen op het culinaire aspect, maar misschien zijn er wel meer dingen waarvoor ze komen. Wat? Dat hopen we te horen”, legt Carolien Eijkelenboom uit. Winkeliers zijn dinsdag welkom in Studio A58. De bijeenkomst begint om 17.30 uur. Wethouder Johan Aalberts van de gemeente Middelburg opent het om 18.00 uur. Inschrijven kan via www.impulszeeland.nl. Na Middelburg volgen nog drie bijeenkomsten. “Deze reeks avonden is bedoeld om kennis over te dragen en te delen. Uiteindelijk hopen we dat er een retailnetwerk uit voortkomt”, legt Dick van der Velde van Impuls Zeeland uit. Hij denkt aan een netwerk zoals die van de provinciale afdelingen van branches. “In zo’n netwerk kunnen ondernemers beter samenwerken, zaken op elkaar afstemmen en werken aan een loyaliteitssysteem. Alleen zijn de steden daarvoor te klein.” De volgende bijeenkomst gaat over de combinatie van online en offline en daarna is er nog eentje voor starters. Tijdens de laatste bijeenkomst in februari volgend jaar moet blijken of er behoefte is aan een provinciaal netwerk.[l]