Adri Karman bij de klavecimbel die door zijn zoon Geert is gebouwd. FOTO ANNET EEKMAN
Adri Karman bij de klavecimbel die door zijn zoon Geert is gebouwd. FOTO ANNET EEKMAN Foto: Annet Eekman

'Aan mijn vingers heeft nooit iets gemankeerd'

MIDDELBURG - Na ruim 70 jaar vindt Adri Karman het welletjes. De sympathieke, bescheiden nestor van de Zeeuwse amateurmuzikanten neemt zondag afscheid met een klavecimbelconcert in de Doopsgezinde Kerk aan de Lange Noordstraat in Middelburg. “Ik heb het niet allemaal aan mezelf te danken. Je moet immers gezond blijven”, zegt de Middelburger. “Dat is een eerste vereiste.”

DOOR EUGÈNE DE KOK

Adri Karman prijst zichzelf gelukkig dat hij op zijn 86e een afscheidsconcert mag geven. “Ik realiseer me dat een 86-jarige musicus geen alledaags verschijnsel is. Het is ook een kwestie van geluk. Tien jaar geleden heb ik maagkanker gehad. Daar ben ik helemaal van genezen. En aan mijn vingers heeft gelukkig nooit iets gemankeerd”, zegt Karman in zijn huiskamer.

Tegen één van de muren in de kamer staat een schitterend klavecimbel. Het is gebouwd door zijn zoon Geert, die in zijn woonplaats in Portugal klavecimbels maakt voor de beste muzikanten ter wereld. Zijn kinderen hebben de passie voor muziek geërfd van Karman, net als hij het thuis met de paplepel kreeg ingegoten. Karman’s vader was dirigent van de plaatselijke fanfare in Colijnsplaat, zijn moeder had ‘een zeer welluidende stem’. “Thuis stond er een harmonium. Daar speelde ik als kleine jongen graag op, terwijl ik amper bij de trappers kon.”

Hoofdonderwijzer

In 1946, op zijn 14e, werd hij ‘ontdekt’. Toen zijn oma vroeg of hij een brief wilde bezorgen bij de hoofdonderwijzer zag hij bij de man thuis een harmonium staan. Op verzoek speelde hij iets. “‘Komend jaar speel jij in de kerk’, zei hij daarna tegen mij.”

Karman is dat meer dan 70 jaar lang blijven doen. De Middelburger heeft nooit overwogen van muziek zijn beroep te maken. Hij heeft een technische achtergrond en jaren als financieel administrateur en adviseur gewerkt, onder meer bij gemeenten en in de gezondheidszorg.

Op muzikaal gebied is hij een autodidact, al heeft hij in het verleden wel lessen gehad en cursussen gevolgd. “In de jaren ‘90 besloot ik alsnog muziekwetenschappen te gaan studeren aan de universiteit in Utrecht. Leuk en interessant, maar na twee jaar ben ik daarmee gestopt. Ik zou er veel meer naartoe moeten. Toen heb ik gezegd: ‘Als het touwtje een strop wordt, knip ik het door’.”

Thuis heeft hij de afgelopen decennia vrijwel elke dag geoefend. Op zondagen speelde hij sowieso één, maar vaak ook twee keer tijdens een kerkdienst. Daarnaast heeft hij tal van koren en gezelschappen begeleid en veel concerten gegeven, in Zeeland maar ook daarbuiten. Karman heeft veel orgels gezien en bespeeld. “Ik heb ze wel eens geteld en kwam tot de conclusie dat ik op meer dan 150 kerkorgels heb gespeeld, van Lissabon tot Helsinki.” Een mooi orgel hoeft niet per se groot te zijn, zegt de ervaren Karman. “Tijdens een vakantie in het Sauerland kwamen we op een gegeven moment in een kerk in een klein dorpje. Ik vroeg of ik even op het orgel mocht spelen en het was schitterend. Het was niet groot, maar zo zuiver geïntoneerd. Daar mankeerde werkelijk helemaal niets aan.”

In Zeeland vindt hij het instrument in de Koorkerk in Middelburg prachtig klinken. De laatste jaren viel hij daarachter regelmatig in als de vaste organist er niet was, net als in de Waalse kerk. “En af en toe speelde ik in het ziekenhuis in Goes.” Nu stopt hij. Thuis blijft hij wel spelen op zijn klavecimbel. Karman neemt zondag afscheid met een concert in de Doopsgezinde Kerk in Middelburg. Kerk biedt Podium organiseert het optreden. Karman speelt er werken van ‘mijn grote leermeester’ Johann Sebastian Bach, diens zoon Carl Philipp Emanuel Bach en hij speelt met Bert Geleijnse een sonate voor twee instrumenten van Georg Friedrich Händel en een deel uit een Concerto van Soler.

Het begint zondag om 15.00 uur. De toegang is gratis.[l]