Historicus Jan Zwemer schrijft over Middelburg, maar ook over de dorpen in Veere en Vlissingen. FOTO EUGÈNE DE KOK
Historicus Jan Zwemer schrijft over Middelburg, maar ook over de dorpen in Veere en Vlissingen. FOTO EUGÈNE DE KOK Foto: Eugène de Kok

Zwemer is het na 250 columns nog niet beu

MIDDELBURG - Voor zijn 250e column voor Weekblad de Bode grijpt hij terug op een gebeurtenis in Vlissingen van 250 jaar geleden. Jan Zwemer schrijft echter net zo makkelijk over een opmerkelijk voorval in Oostkapelle van een eeuw terug of iets wat aan het einde van de 19e eeuw is gebeurd in Middelburg.

DOOR EUGÈNE DE KOK

In zijn jubileumcolumn gaat Jan Zwemer in op de bouw van het Groot Arsenaal in Vlissingen, het gebouw dat 250 jaar geleden werd voltooid. Hoewel het bouwjaar volgens de officiële bronnen 1767 is, toont Zwemer aan dat het pas in 1768 klaar was.

Voor zijn jubileum zocht hij dit keer gericht naar een gebeurtenis uit 1768. “Ik heb de Middelburgsche Courant van september 1768 helemaal doorgeploegd”, lacht hij. “Ik kom op drie manieren aan mijn onderwerpen”, legt de historicus daarna uit. “Ik kom toevallig iets tegen of hoor iets waaien, ik zie iets opmerkelijks in de actualiteit en geef daar een historische draai aan of het komt naar boven tijdens zoekwerk in de krantenbank, die wat dit betreft goud waard is.”

Onuitputtelijk

Het is na ruim tien jaar en 250 afleveringen niet moeilijker dan in het begin om aan onderwerpen te komen. Het verleden is een onuitputtelijke bron aan verhalen. “Ik vind het ook nog altijd leuk om te doen”, zegt de historicus over het schrijven.

Zijn columns moeten aan een paar zaken voldoen. Hij wil sowieso dat er iets anekdotisch in zit. In de loop der jaren is hij meer en meer op de kwaliteit gaan letten. Verder vindt hij het leuk als het over iets gaat wat hij zelf nog niet wist.

En Zwemer weet veel, want de inwoner van Serooskerke is een gerespecteerd historicus. Hij verwierf in de jaren ‘90 bekendheid met zijn proefschrift ‘In conflict met de cultuur’ over de bevindelijk gereformeerden in het midden van de 20e eeuw.

'Ik vertaal ook poëzie van anderen'

In de jaren daarna schreef hij, hoewel hij heeft te kampen met een lichte vorm van de ziekte ME, talloze boeken en werkte hij als schrijver en eindredacteur onder meer mee aan de bekroonde serie ‘De geschiedenis van Zeeland’, ‘800 jaar stad’ over het verleden van Middelburg en ‘Zeeland in strip’, in samenwerking met tekenaar Danker Jan Oreel. Van dat laatste boek zijn er duizenden verkocht. Momenteel richt hij zich op een geschiedenis van Zierikzee. “Maar meer werk is altijd welkom.”

Humor
Naast zijn historische werken schreef en schrijft Zwemer ook verhalen, humoristische teksten en artikelen en boeken in opdracht, zoals over sloopbedrijf Sturm en Dekker, humoristische teksten en gedichten. “Daar houd ik me de laatste tijd veel mee bezig. Ik schrijf ze zelf, maar vertaal ook poëzie van anderen. Mensen hebben me ermee gecomplimenteerd en ook volgens mij worden ze steeds beter. Ik wil er meer mee optreden. Dat vind ik leuk om te doen.”

Proberen
Of Zwemer de 500 columns haalt weet hij niet. “Maar het is in ieder geval het proberen waard.”[l]

1768: het Groot Arsenaal

Wat gebeurde er 250 jaar geleden op Walcheren? Van veel gebeurtenissen is niets meer bekend, maar wat we nog wel weten, is dat in 1768 het Groot Arsenaal te Vlissingen werd voltooid. Als bouwjaar wordt officieel 1767 aangehouden, maar dat was nog maar het begin. Op 8 augustus van dat jaar werd het metselen van de fundamenten ‘tot gelyke horizonds grond’ aanbesteed. De aanbesteding vond plaats in de abdij te Middelburg, want daar zetelden de opdrachtgevers: de gecommitteerden ter Admiraliteit, oftewel de Zeeuwse ‘poot’ van de Marine van de Verenigde Provinciën. Drie weken tevoren, op 21 juli, was het gereedleggen van het bouwterrein aanbesteed: het ontgraven en vervoeren van grond en het aanbrengen van wat puin dat elders gereed lag.

Vervolgens werd op 12 oktober de eerste steen gelegd. De bouw moet maanden in beslag hebben genomen, want er waren muren bij die wel vier of vijf meter dik waren. In het arsenaal was onder meer een kruitopslag en het moest zware beschietingen kunnen doorstaan. Die muren liepen naar elkaar toe en, aldus later een sloper, ‘waar ze bij elkaar kwamen, was alles gewoon vol gemetseld. Dat was helemaal massief, op plekken wel tien meter dik.’ Pas na een jaar kwam men aan het dak toe. Op 8 oktober 1768 werd aanbesteed: ‘het leveren van een partij stelling-houten en dekdeelen, alsmede een party Luyksche spykers in soort, en 200. Luyksche of Dordtse steenkalk, alles ten dienste van ’s Lands nieuw gebouwd wordende Archenaal te Vlissingen’.

In december 1809, toen de Engelsen zich uit de vesting Vlissingen aan het terugtrekken waren, staken ze het Groot Arsenaal in brand. Toen Middelburgs burgemeester Schorer op de dertiende ging kijken, zag hij alleen nog de muren overeind staan. ‘Het scheen, dat men ook die verwoesten wilde.’. Dat gebeurde niet en de Franse bezetters herbouwden het Groot Arsenaal in min of meer de oude vorm. Helaas viel het markante gebouw 200 jaar na de bouw ten prooi aan de saneringswoede van het stadsbestuur. Ook de sloop duurde enkele jaren, 1968 en 1969. Sturm en Dekker deed er langer over dan gedacht: de stenen waren met stevige tras gemetseld.