Column Jan Zwemer

De invasie van 1809

In de biografie van J.H. Schorer, burgemeester van Middelburg van begin 1808 tot eind 1810, komt onder meer de Engelse invasie van 1809 uitgebreid aan bod. Het boek komt volgend jaar uit. Schorer moest voortdurend onderhandelen met de Engelsen, die op Walcheren bleven van eind juli tot half december. Schorer hield in die periode een dagboek bij, zodat we een inkijkje hebben in die onderhandelingen. Ook onder de Walcherse bevolking werden nog lang herinneringen aan de Engelse inval doorverteld. Zo herinnerde de oudere arbeidersbevolking van Middelburg zich nog in het derde kwart van de 19e eeuw ‘de Engelse tied’. Door de makkelijk geld uitgevende militairen (met name voor werk aan het versterken van Vlissingen) was dat voor hen een gouden halfjaar geweest.

De landing zelf, bij Breezand, leefde ook nog voort in de herinnering. Oostkappelaar Leen Davidse (1924-2007) vertelde me in de jaren '80 dat zijn overgrootvader aan pas gelande Engelsen destijds de weg had gewezen. Vermoedelijk was dat zijn overgrootvader van vaders kant (Leens moeder kwam niet uit Walcheren) Abraham Davidse die op Brigdamme woonde en destijds achttien jaar was. Leens andere overgrootvader van vaders kant was vijf jaar jonger en woonde op Aagtekerke. Het Engelse leger trok, na Veere te hebben veroverd, eerst op Middelburg af en vandaar naar einddoel Vlissingen.

Op het platteland waren de Engelsen vermoedelijk minder gezien dan in Middelburg. Zeker het Engelse scheepsvolk stond bekend als ‘bij uitstek baldadig’, zoals Schorer in november 1809 in zijn dagboek noteerde naar aanleiding van diefstal van hout bij de zaagmolens. Af en toe kwamen ze onder dekking van het donker met een sloep naar de kust om op plundertocht te gaan. Zo geraakten er op een nacht matrozen op het erf van de boerderij Het Hollandsch Hof bij Kleverskerke, waar ze uit de schoorsteen van het stookkot een stel hammen meenamen. De boer, Joos Mesu, hoorde gestommel en was achter de dieven aan gerend, waarbij hij Engels hoorde praten. Toen hij de volgende dag bij de Engelse kapitein ging klagen, moest hij de schuldigen aanwijzen. Daarvoor was het echter te donker geweest en … Joos kreeg een dracht stokslagen vanwege ongegronde beschuldigingen!