Anita Willemse, John Kouters, Jan Blanker en Thamara Batenburg (vlnr).
Anita Willemse, John Kouters, Jan Blanker en Thamara Batenburg (vlnr). Foto: Peter Urbanus

'Contact met andere veteranen is erg belangrijk'

VLISSINGEN - Enkele tientallen veteranen en hun partners genoten vrijdagmiddag een uitgebreide lunch in het Vlissingse Hotel Arion, aangeboden door het Rode Kruis. Thamara Batenburg was met 41 jaar veruit de jongste.

DOOR PETER URBANUS

Het Rode Kruis organiseert vier keer per jaar lunches voor bepaalde doelgroepen. Vrijdag waren dat de veteranen, vertelt Ina Willemse van de afdeling Walcheren. De meeste aanwezigen waren Indië-veteranen en mannen die begin jaren zestig in Nieuw-Guinea hebben gevochten. Samenkomen met lotgenoten die vergelijkbare ervaringen hebben, is belangrijk voor mensen die in oorlogsomstandigheden hebben verkeerd, zegt John Kouters (76) uit Middelburg. Deze oud-marineman was in 1961 en 1962 actief in een opruimingsploeg tijdens de oorlog in Nieuw-Guinea. Nu is hij actief in meerdere verenigingen voor veteranen en oud-militairen, waaronder de Algemene Vereniging voor Oud en Actief dienend Marinepersoneel (AVOM), het Veteranen Platform en de Stichting Veteranen Ontmoetingscentrum Zeeland. Bij dat laatste is hij coördinator vrijwilligers en nuldelijnsondersteuning, zoals dat heet. Verwerking van oorlogservaringen kan een zeer zwaar proces zijn.

Contact

Maar vlak ook de angst en onzekerheid bij het thuisfront niet uit, zegt Kouters. “Zij bleven achter met de kinderen en hebben soms nog erger geleden dan de veteranen zelf. Het Rode Kruis was erg belangrijk voor de contacten met het thuisfront.”Graag zouden belangenverenigingen voor veteranen meer contact hebben met mensen die momenteel worden uitgezonden, zegt Kouters. “Vaak hebben ze problemen, in hun relatie, financieel, in hun gezin. Sommigen weten zelf dat ze problemen hebben, maar willen daar niet over praten.” Contact met veteranenorganisaties kan daarin verandering brengen.

Ook voor het bestuurswerk zouden verenigingen graag jongere mensen werven, zegt Kouters.

Tegenzin
Jan Blanker (91) uit Middelburg was een van de oudsten van de aanwezige veteranen. Hij was sergeant bij het 53ste Regiment Infanterie tijdens de tweede Politionele Actie in Indonesië, waar hij ook aan gevechten deelnam. “Ik heb alles wat ik nog weet uit die tijd opgeschreven voor mijn kinderen”, vertelt Blanker. “Mijn tijd daar is een enorm belangrijk deel van mijn leven geweest. Ik ging er met tegenzin naartoe, maar ben oh zo blij dat ik het heb meegemaakt. De ervaring om zelf beslissingen te moeten nemen was heel belangrijk.”

Kleindochter

Thamara Batenburg (41) was veruit de jongste aanwezige vrijdag. Ze diende tijdens de oorlog in Bosnië-Herzegovina als beroepskorporaal bij de Genie en de Verbindingsdienst en werd in die tijd drie keer uitgezonden. Daarnaast is ze kleindochter van een militair uit het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). “Contact met andere veteranen is ontzettend belangrijk voor de verwerking”, zegt ze. “Nu nog vind ik het ontzettend belangrijk om maatschappelijk betrokken te zijn. Vrijheid is niet vanzelfsprekend. Internationale veiligheid raakt ook aan de nationale veiligheid. Ik ben ook Ambassadeur voor de Vrijheid via het Veteraneninstituut en treedt op als gastspreker namens het Rode Kruis voor humanitair oorlogsrecht. Daarbij heb ik altijd los gewerkt van politiek, levensovertuiging, religie en cultuur. Het gaat mij om menselijkheid.”

Na haar tijd in Bosnië-Herzegovina werd ze als vrijwilliger actief voor War Child en het Rode Kruis en bezocht ze het voormalige oorlogsgebied weer. Vorig jaar juni was Batenburg te zien in het tv-programma Mijn Missie. [l]