De discussie over het wel of niet verhuizen van de marinierskazerne gaat nog even door. FOTO BO VAN SCHEYEN
De discussie over het wel of niet verhuizen van de marinierskazerne gaat nog even door. FOTO BO VAN SCHEYEN Foto:

Vlissingen is het geroeptoeter over Zeeland beu

VLISSINGEN - Het gemeentebestuur van Vlissingen zit de laatste tijd vaker dan voorheen in Den Haag in verband met de verhuizing van de marinierskazerne van Doorn naar Vlissingen. Volgens wethouder Albert Vader niet alleen voor bestuurlijk overleg, maar ook voor politieke ontmoetingen. Hij baalt van de imagoschade voor Vlissingen en Zeeland door de discussie. “Het is niet fair.”

DOOR EUGÈNE DE KOK

De wethouder heeft dat vorige week gezegd in reactie op het nieuws van RTV Utrecht, die via de wet openbaarheid bestuur de exacte cijfers had opgevraagd van de enquête onder de mariniers in Doorn. In het bericht naar aanleiding daarvan bleek dat 68 procent van de mariniers bevestigend had geantwoord op de vraag of zij vertrekken als de verhuizing naar Vlissingen doorgaat. “Daar vinden wij niet zoveel van. Het is inmiddels ook bijna oud nieuws”, zegt Albert Vader cynisch. “Als je de cijfers van andere krijgsmachtonderdelen ziet, moet je je bijna afvragen wat er bij defensie in zijn geheel aan de hand is.”

Tweestromenland

Hij heeft de berichten over mariniers die niet weg willen uit de Van Braam Houckgeestkazerne al vaker gehoord. Vader heeft net zo vaak met begrip gereageerd. Hij snapt dat niet alle mariniers het leuk vinden om te verhuizen. “Maar ik zie wel een soort tweestromenland: mariniers die zijn gesetteld in Doorn en niet weg willen en andere, meestal jonge gasten die het niet zoveel uitmaakt. Zij willen graag naar een nieuwe kazerne in Vlissingen.”

De terugkerende berichten dat mariniers hun huis niet kunnen verkopen in Zeeland doet hij in gesprekken met politici en iedereen die het maar horen wil af als klinkklare onzin. “En als mensen zeggen dat er geen hoogwaardige vacatures zijn, wijzen wij ze bijvoorbeeld op de vacaturebank voor de zorg in Zeeland. Alleen daarop staan al honderden banen. Ook hoor ik mensen zeggen dat mariniers in Rotterdam thuishoren, omdat daar zo’n grote haven is. Ze weten niet dat je in Vlissingen de op twee na grootste van het land hebt.”

Vader blijft zich storen aan de negatieve berichten en het framen van nieuws, zoals hij het noemt. “En het zal nog wel een tijdje doorgaan, vrees ik. Tot ergens tussen april en de zomer van volgend jaar. Pas dan valt er een besluit over de gunning van de aanbesteding. En hoe langer het voortkabbelt, hoe vervelender het wordt. Wij proberen in de Tweede Kamer verhalen op basis van feiten recht te zetten en dat moeten we blijven doen”, aldus Vader. “Maar het geroeptoeter is vervelend. Als Zeeland lopen we enorme imagoschade op door deze discussie. We geven dat ook aan in gesprekken met de vakbond en mariniers. Zij zeggen dan dat het hen niet is te doen om Vlissingen of Zeeland, maar het is allemaal buitengewoon pijnlijk. We hopen ook in dat verband op een snel besluit.”

De Tweede Kamer praat begint november opnieuw over de verhuizing van Doorn naar Vlissingen.

De verhuizing van de marinierskazerne staat nog altijd gepland voor 2022. Voor de zomer van volgend jaar moet de bouw zijn gegund.

Staatssecretaris Barbara Visser van het ministerie van Defensie heeft onlangs wel de voorbereidingen voor de aanbesteding opgeschort door alle ophef.[l]