Het waterschap kapt oude bomen vanwege de verkeersveiligheid.
Het waterschap kapt oude bomen vanwege de verkeersveiligheid. Foto: Britta Janssen

Waterschap begint met bomenkap en -herplant

OOSTKAPELLE - In de hele provincie begint waterschap Scheldestromen deze maand met het kappen van oude en zieke bomen. Tot eind maart rooit ze zo’n 2400 bomen en plant er bijna 1900 terug.

DOOR BRITTA JANSSEN

In totaal verdwijnen er op 49 plekken bomen en struiken. Op 42 locaties plant Scheldestromen groen terug. “We rooien niet zomaar”, benadrukt waterschapsbestuurder Rian de Feijter. “Het rooien van oude en zieke beplanting is in de eerste plaats nodig vanwege de verkeersveiligheid.” Daarnaast kapt Scheldestromen om het landschapsbeeld te verjongen. “Hierbij houden we rekening met de cultuurhistorische waarde en zichtlijnen van het landschapsbeeld en aanwezigheid van nesten van beschermde vogelsoorten.”

Locaties
In de gemeente Middelburg kapt het schap bomen langs de Oude Vlissingseweg (26 bomen). In de gemeente Veere zijn er twaalf kaplocaties: langs de Oranjezonweg (118), Lijdijkweg (53), Rijnsburgseweg (51), Dunoweg (29) en Kleine Putweg (29) bij Oostkapelle, de Schoutsweg (31) en Boudewijnskerke (25) bij Zoutelande, langs de Bieweg (45) in Veere, Jacob Catsweg (37) bij Grijpskerke, Hogelandseweg (67) bij Biggekerke, Kokerheulweg (17) bij Serooskerke en Oude Kavelsweg (39) bij Domburg.
Geplant wordt er op drie Middelburgse plaatsen: langs het Brigdamsepad (10) bij Sint Laurens, bij het Veerse Meer (22) bij Arnemuiden en langs de Weizichtweg (53) bij Nieuw- en Sint Joosland. In de gemeente Veere zijn er acht locaties. Het gaat om de Rijnsburgseweg (66), Oranjezonweg (51), Lijdijkweg (28), Dunoweg (30) en Kleine Putweg (21) bij Oostkapelle, de Hogelandseweg (21), Krommenhoeke (5) en langs de Zwaanweg (14) bij Dishoek.
Het schap is verplicht om gerooid groen binnen drie jaar terug te planten. "Soms moet de grond van gerooide bomen eerst tot rust moet komen. Dit kan een jaar duren", legt beleidsmedewerker groen Bert-Paul de Kam van waterschap Scheldestromen uit. Als er niet op dezelfde plek groen kan worden teruggeplant, dan doet het schap dat op een zogenaamde compensatielocatie. Scheldestromen plant bewust minder bomen terug dan ze kapt. "Vroeger werden ze dicht naast elkaar gezet, omdat veel bomen toen werden geplant voor de houtwinning", aldus De Kam. "Toen zat er zes meter tussen en wij kiezen nu voor twaalf meter om de boom meer ruimte te geven om goed te groeien." Volgens De Kam komen er daardoor weliswaar minder bomen terug, maar blijft het groene beeld in stand.


Populier

Voor variatie in het landschap plant het schap verschillende soorten bomen en struiken. Het assortiment nieuwe struiken bestaat uit veldesdoorn, kornoelje, kardinaalsmuts, liguster, meidoorn, els, vlier, boswilg en gelderse roos. Bomen die ze plant zijn onder meer iepen, wilgen, esdoorns, linden, abelen en eiken. “We kiezen ook voor populieren, omdat die kenmerkend zijn voor het Zeeuwse landschap”, aldus De Kam. “De populier was na de Tweede Wereldoorlog populair, omdat die soort snel groeit en zo de door oorlogsgeweld verloren gegane beplanting snel kon vervangen.” Een populier leeft volgens De Kam ongeveer veertig jaar en daarom moeten er nu verschillende gekapt worden.
Het schap kiest ook voor verschillende soorten groen met het oog op eventuele ziektes onder bepaalde soorten, zoals de iepziekte. Het landschapsbeeld is hiervoor met een gevarieerd bomenaanbod minder kwetsbaar.

Plantafstand
Het waterschap verschilt van inzicht met de provincie Zeeland over de plantafstand. De provincie houdt vast aan 10 meter. In december buigen Provinciale Staten zich hierover voor de natuurvisie. "We werken al jaren met een plantafstand van 12 meter, en in goed overleg", stelt De Feijter. Volgens haar gaan alle kapplannen langs een klankbordgroep waarin onder meer gemeenten en natuurorganisaties vertegenwoordigd zijn. "En soms houden we wel 10 meter aan, bijvoorbeeld op een dijk. Het is maatwerk."[l]