Provincie geeft ruim drie miljoen euro aan duurzame projecten
MIDDELBURG - Als het om wind- en getijdenenergie gaat, moet je nu, maar zeker in de toekomst in Zeeland zijn. De provincie heeft vorige week op dat gebied flinke stappen gezet door ruim drie miljoen euro subsidie toe te kennen.
DOOR EUGÈNE DE KOK
Van dat totale bedrag is 2,5 miljoen euro bestemd voor het Tidal Technology Center op de Grevelingendam. Er gaat ook bijna een miljoen euro naar HZ University of Applied Sciences en Scalda. De laatste ontwikkelt momenteel een opleiding die leerlingen snel klaar moet stomen voor het onderhoud aan windmolenparken op zee. “Het bouwen van de parken is in één of twee jaar klaar, maar daarna moet er dertig jaar onderhoud worden verricht”, vertelde directeur Véronique van de Reijt van Scalda. Nu moeten mbo-leerlingen nog twee jaar extra scholing volgen, voordat windmolens op zee kunnen repareren. Dat wordt flink korter als de Zeeuwse onderwijsinstellingen hun plannen realiseren.
Ook bij de HZ gaan ze zich nog meer richten op water, wind en energie. “Nu zit er al een dikke saus over sommige opleidingen en deze wordt steeds dikker de komende jaren”, zei Willem den Ouden van de HZ. “We gaan we de accenten verleggen en willen zo het voortouw nemen om de energietransitie vorm te geven.” De opleidingen willen ook mensen die nu in de olie- en gasindustrie werken gaan omscholen. Dat moet dan lopen via een Centre of Expertise Delta Technology en Field Lab Zephyros. De Zeeuwse onderwijsinstellingen kunnen dat niet allemaal doen, maar de wind op zee-opleidingen moeten wel vanuit Zeeland worden gecoördineerd. Het moet de werkgelegenheid uiteindelijk ten goede komen. De provincie verwacht in dat verband ook het nodige van het Tidal Technology Center. De bouw van het centrum bij de Flakkeese Spuisluis moet in april beginnen en in oktober klaar zijn. Ontwikkelaars van turbines voor getijdenenergie moeten daar hun producten kunnen testen. “Het is de enige plek ter wereld waar je dat kunt doen”, volgens initiatiefnemer Ferdinand Dees. “Binnen twaalf uur kunnen ze een beslissing nemen. Als je het op zee moet doen, kost het je al snel een miljoen."
Gedeputeerde Ben de Reu was enthousiast over de projecten. De uitvoering van het rapport van de commissie Balkenende is in volle gang, zei hij. “Wind op zee is daarin één van de thema’s. Daarmee kunnen we ons onderscheiden in Nederland en zelfsin West-Europa.”[l]