Wintergoudkoorts

In 1964 leed ik voor de eerste keer aan Olympische Wintergoudkoorts. De Spelen van Innsbruck, de Oostenrijkse stad die ik in mijn atlas opzocht. Ik was 13, zat op een door strenge kloosterbroeders geleid internaat. Elke dag verslond ik de twee in de aula van het kostschool liggende kranten. Op mijn kamertje hield ik, weggedoken onder de dekens, een grijs transistorradiootje tegen het oor. Stiekem, want de ’zaalbroeder’ mocht het niet horen. Sjoukje Dijkstra winnares bij het kunstschaatsen, schaatser Keessie Verkerk zilver op de 1500 meter, mijn idool Ard Schenk flink achter zich latend. Sjoukje, Kees, Ard. Ik heb ze later beter leren kennen. Sjoukje als de wat afstandelijke vrouw, spontane Kees en de zeer intelligente, principiële Ard. Ik herinner me een gesprek met Schenk in Hilton Schiphol in aanloop naar de Winterspelen 1988. Mijn werkgever, het weekblad Aktueel van uitgeverij Audax, wilde vier columns van hem. ”Ik doe het voor 1000 guldentjes. Niet voor minder piekies”, zei Ard. En voegde er aan toe: ”Ik lever mijn stukkie fit to print. Je hoeft er niets aan te verbouwen.” Hoewel geen geboren onderhandelaar wist ik niet te moeten afdingen en mijn directe baas, Peter R. de Vries, zou vast akkoord zijn. Juiste inschatting. Wat West-Brabant en Zeeland betreft, is Gianni Romme uit Made de enige die tijdens de Winterspelen scoorde. In 1998 (Nagano) goud op de 5 en 10 kilometer. Weergaloze prestaties, maar Gianni verdween uit de schijnwerpers. Houdt verband met zijn ingetogenheid, zijn bescheidenheid. Types als Romme’s tijdgenoten Wennemars en Ritsma blijken gehaaider om zich in de mediamarkt te positioneren. Opeens duikt de naam van Leen Pfrommer in mijn geheugen op. Legendarische coach van Verkerk en Schenk. Halverwege de jaren ‘70 sportofficier bij de KMA in Breda. Hij woonde, naar me bijstaat, in Dongen, maar voor een interview wenste hij per se ’na vijven op kantoor’ af te spreken. Direct in orde, want het bood mij de gelegenheid voor een declarabele maatijd bij ’Den Boerenstamppot’, het nog steeds bij jongeren buitengewoon populaire etablissement in de zijstraat van de Havermarkt. Gearriveerd in zijn kamer begon Pfrommer over zijn legerstatus en wat hij, als hij hier was, de hele dag uitvoerde. Interesseerde me geen bal. Het ging mij om zijn betekenis voor Ard en Kees. ”Ik heb die jongens groot gemaakt”, sprak hij. Regelrechte afknapper. Veldriticoon Adrie van der Poel zou dat nooit en nooit zeggen over zijn zoons Mathieu en David.