Veiligheidscentrum is stadje vol calamiteiten
VLISSINGEN - Wat gebeurt er eigenlijk op het terrein van Veiligheidscentrum Zeeland in de Vlissingse buitenhaven? De hoge, wat spookachtig aandoende bebouwing trekt van verre de aandacht, maar een kijkje neem je er niet zomaar. Daarom komt er een open dag, vertelt directeur Wim Meijer van Veiligheidscentrum Zeeland. De datum is nog niet bekend.
DOOR BRITTA JANSSEN
Want er is genoeg te vertellen over en te bekijken op het tweeënhalve hectare grote terrein aan de Oosterhavenweg, tegenover de thuishaven van het fietsvoetveer tussen Vlissingen en Breskens. Het is al decennia in gebruik als brandweertrainingscentrum, maar de laatste jaren heeft het er functies bij gekregen. Daarom is de naam in juni veranderd van Trainingscentrum Vlissingen naar Veiligheidscentrum Zeeland.
Windparken
Nieuwe ontwikkelingen, zoals de realisatie van de windparken in de Noordzee, bieden het centrum volgens Meijer kansen. “We boren nieuwe markten aan en hopen er klanten bij te krijgen”, vertelt de directeur. Want naast bedrijven voor de bouw van de windmolens trekt de komst van de windparken ook allerlei toeleveranciers aan. Veilig werken is een belangrijk aspect in de offshore-branche en dat kan getraind worden bij het veiligheidscentrum. “Voor de bouw van de windmolens moet bijvoorbeeld op hoogte worden gewerkt.”
Als de windparken straks operationeel zijn, wil Meijer dat zijn centrum ook als calamiteitencentrum gaat fungeren. “Hiervoor hebben we al landingsplaatsen voor helikopters.” Delta Coastal Services (DCS), dat onder meer stranden ophoogt met zand en ook gevestigd is op het terrein, bouwt voor de nieuwe windparken een permanente aanlegsteiger voor schepen. Deze steiger kan ook worden gebruikt voor eventuele hulpverlening bij incidenten op de Westerschelde.
Commandotroepen
De tijd dat alleen brandweerlieden - inmiddels maken de brandweerkorpsen in Nederland deel uit van de verschillende Veiligheidsregio’s - trainden aan de Oosterhavenweg is al lang voorbij. “We bedienen inmiddels ook de industrie en het midden- en kleinbedrijf, met bijvoorbeeld cursussen voor bedrijfshulpverlening en het garanderen en controleren van brandveiligheid.” Voor zorgorganisaties, het onderwijs en de recreatiesector ontwikkelt het centrum aparte pakketten voor bedrijfshulpverlening en ehbo.
Aanvragen voor trainingen komen volgens Meijer uit het hele land. “Het ministerie van Defensie ziet ons centrum als een klein stadje voor allerlei oefeningen. En bijvoorbeeld de Explosieven Opruimingsdienst, personeel van Schiphol en het Korps commandotroepen trainen hier ook”, vertelt Meijer, die 32 jaar marineofficier is geweest.
Een bijzondere trainingsmethode is de simulatie van een met hout gestookte brand. “Meestal wordt er getraind met een gasbrand, maar dan weet je waar de sensor zit. Een houtgestookte brand woedt ongecontroleerd en wordt veel warmer, 300 tot 400 graden. Het vraagt veel oefening om dan door een ruimte te kruipen. Dat vindt ook de brandweer belangrijk voor een training.”
Onderwijs
Nu de economie beter draait, merkt Meijer dat bedrijven en andere organisaties meer budget hebben voor personeelstrainingen. “Ze gaan niet alleen voor de minimaal vereiste veiligheidsmaatregelen, maar willen hun zaakjes nog beter op orde hebben.” Veiligheidscentrum Zeeland heeft in de ogen van Meijer een maatschappelijke taak. Naast trainingen verzorgen, bezoeken de medewerkers - er zijn zeventien personen in vaste dienst - bedrijven om te adviseren over veiligheid. Ook werken ze aan de ontwikkeling van nieuwe toepassingen. “Zo doen we in samenwerking met het onderwijs onderzoek naar nieuwe brandblusmiddelen. We zijn op alle fronten bezig om het centrum op de kaart te zetten.” [l]