Orfan woont met zijn moeder Ruba en zusje Lilas in Souburg. FOTO MARIELJA TEN BRUGGENCATE
Orfan woont met zijn moeder Ruba en zusje Lilas in Souburg. FOTO MARIELJA TEN BRUGGENCATE Foto: Marielja ten Bruggencate

'Een politiehelikopter zocht me, omdat ik vluchteling ben'

OOST-SOUBURG - In de tweede jaargang van deze rubriek ‘Nieuw-Vlissingers’ vertellen statushouders - vluchtelingen met een verblijfsvergunning - hoe zij in de gemeente Vlissingen belandden. Waar komen zij vandaan? Hoe ziet hun leven eruit? Deze eerste aflevering gaat over Orfan (20) en zijn moeder en zusje en hun reis om hier te komen.


DOOR MARIELJA TEN BRUGGENCATE


“Het leven in Damascus was heel anders", vertelt Orfan uit Syrië. "Daar was het veel drukker op straat. Hier is het veilig, dat is een heel belangrijk verschil.” In minder dan drie jaar tijd heeft Orfan Nederlands geleerd en een MBO2-diploma gehaald. Deze zomer volgt hij rijlessen en in september start hij een MBO4-studie in de ICT.
Mohammed Orfan Al Malki (20) groeide met zijn zusje Lilas (15) op in Syrië. Hun ouders zijn gescheiden. Ze woonden afwisselend bij hun moeder Ruba (37) en bij hun vader en oma. “Ik wilde altijd reiziger worden, de wereld zien.” Een reis heeft hij gemaakt. Maar niet zoals hij in gedachten had.

Eng
Orfan kon in 2015 met vrienden van de familie mee vluchten uit Syrië. In Libanon konden ze met een schip de oversteek naar Turkije maken. “Daar was het moeilijk een betrouwbare handelaar te vinden. Er is daar veel maffia die profiteert van de vluchtelingen. De oversteek naar Griekenland kost tussen de 1.200 en 1.500 euro. Na een week rondvragen vonden we iemand die ons kon helpen. ’s Nachts zijn we in overvolle bussen zonder ramen vertrokken richting de baai. Een van de bussen kreeg een lekke band en we werden in de bergen achtergelaten. Na uren wachten kwamen twee kleinere busjes ons ophalen.”
De reis ging verder. “Eenmaal bij de boot aangekomen bleek die veel te klein voor zoveel mensen. We gingen toch mee. Onderweg viel de motor een paar keer uit, het was een hele enge tocht.” Vanuit Athene reisde Morfan via Macedonië en Servië naar Hongarije.

Helikopter
Pilal, een jongen van Orfans leeftijd, reisde ook met de familie mee. “In Hongarije kwam de politie op ons aflopen. Als ze ons zouden spreken, zouden ze onze vingerafdruk willen hebben en zou een procedure beginnen voor een verblijfsvergunning. Maar wij wilden liever naar Duitsland, want in Hongarije duurt het heel lang voordat je weet of je mag blijven. De familie zei ons dat we moesten wegrennen. Pilal en ik vluchtten het korenveld in. Een helikopter zocht ons, maar heeft ons niet gevonden. We kwamen in Budapest, waar een organisatie als het Rode Kruis ons te eten gaf.”

Lief
Eenmaal in Duitsland besloot Orfan door te reizen naar Nederland. Hier kwam hij als 17-jarige aan. Hij kreeg een plaats in Oisterwijk toegewezen, waar zowel volwassenen als alleenstaande minderjarige asielzoekers worden gehuisvest. Ruba en Lilas volgden vier maanden later, na een soortgelijke reis als Orfan. In het azc in Middelburg was plaats voor hen en Orfan voegde zich bij hen.
In december 2016 kregen ze een appartement in Oost-Souburg toegewezen. “Ik vond het eerst erg klein”, zegt Ruba, “maar ik ben nu heel blij. We hebben lieve buren.” Ruba krijgt Nederlandse les bij Mondo Taalbureau en wil graag een baantje in de horeca, want ze kan goed koken. Lilas spreekt accentloos Nederlands. Ze gaat naar de mavo op SSG Nehalennia en komt met veel Nederlands sprekende mensen in contact. ‘We willen iets bereiken en daarom doen we ons best. In Syrië is dat niet mogelijk, hier gelukkig wel”, zegt Lilas.
Orfan houdt van fotografie en muziek en gaat regelmatig op stap met zijn Nederlands sprekende vrienden. Hij was acht maanden in Nederland toen hij een baantje vond in een fastfoodrestaurant. ‘Ik wil graag laten zien dat ik iets doe. Ik ben niet gekomen om van Nederland te profiteren. Ik wil graag werken en dat doe ik dan ook.” [l]