De familie Abdulquader, met Zaman in het midden. FOTO MARIELJA TEN BRUGGENCATE
De familie Abdulquader, met Zaman in het midden. FOTO MARIELJA TEN BRUGGENCATE Foto: Marielja ten Bruggencate

'De tocht was zwaar, maar we zijn nu samen'

VLISSINGEN - In deze tweede jaargang van de rubriek 'Nieuw-Vlissingers' vertellen statushouders - vluchtelingen met een verblijfsvergunning - hoe zij in de gemeente Vlissingen belandden. Waar komen zij vandaan? Hoe ziet hun leven eruit? In deze aflevering is de 25-jarige Zaman Abdulquader aan het woord.

DOOR MARIELJA TEN BRUGGENCATE

Zaman Abdulquader is in 2014 met haar ouders, broers en zusje vanuit Irak gevlucht. Via Jordaniƫ en Turkije kwam het gezin eind 2015 aan in Nederland. Moeder bleek zwanger te zijn en kreeg nog een dochter. "De tocht was zwaar, maar we zijn nu allemaal samen. Dat is fijn", zegt Zaman.

De familie Abdulquader had in Irak, voordat de oorlog begon, een goed leven. Vader was sportjournalist en moeder had een schoonheidssalon. De kinderen gingen naar school. Na enkele dreigbrieven en situaties die emotioneel nog zo aangrijpend zijn dat ze er niet over kunnen praten, besloten zij te vluchten.

Emotioneel

Ze gingen naar Jordaniƫ. "Het was er beter dan in Irak, maar we mochten niets. Als vluchteling mag je daar niet werken of leren. We hadden geen toekomst", vertelt Zaman. Met een boot voeren zij 's nachts naar Turkije. Als Zaman terugdenkt aan die tocht wordt ze zichtbaar emotioneel. "We waren zo bang. We hoorden verhalen dat mensen overboord sloegen en verdronken. Mijn vader had meer betaald, zodat we niet in een overvolle boot hoefden. Mijn broer durfde echter niet en bleef achter. We hebben heel veel gehuild die nacht."

Het verblijf in Turkije was kort, tien dagen, waarna ze naar Nederland kwamen. Zaman kreeg Nederlandse les en Silen werd geboren. Ook hier was de toekomst voor de familie onzeker. "Als je in een asielzoekerscentrum zit is het onmogelijk je leven opnieuw op te bouwen. We werden steeds overgeplaatst. Als ik dan vriendschap had gesloten, moest ik die weer loslaten."

'De kinderen kwamen zelfs aan de deur'

Het laatste AZC waar ze verbleven was het AZC in Middelburg. De omgeving was veel rustiger dan in Amsterdam en dat vonden ze prettig. Er werd hen verteld dat ze vrijwilligerswerk mochten doen. Zaman en haar moeder zagen dat wel zitten. Ze startten een salon voor de vrouwen van het AZC. Zaman had naast het knippen genoeg tijd om nog een taak op zich te nemen. "In het AZC is een kleine bibliotheek. Ik zorgde dat kinderen boekjes konden lenen en deed spelletjes met ze. De kinderen kwamen zelfs bij ons aan de deur vragen of ik de bibliotheek wilde openen."

Compleet

De ouders van Zaman kwamen in contact met Esther uit Oostkapelle. Zij deed veel voor de familie. Ze zette haar contacten in om hen aan een woning te helpen. Sinds een half jaar wonen ze in Vlissingen. De achtergebleven zoon heeft zich inmiddels bij hen gevoegd en de familie is weer compleet. Zaman wil in de toekomst graag met haar moeder een schoonheidssalon opzetten. Voor nu heeft ze, via Esther, een baantje in een restaurant. "Ze leggen me goed uit wat ik moet doen. Daardoor leer ik ook steeds beter Nederlands."

Accentloos

Haar 9-jarige zusje Sally spreekt na twee jaar oefenen vloeiend, accentloos Nederlands. In het AZC kreeg ze dagelijks Nederlandse les. "Ik doe mijn best." Zij kijkt alsof ze het de normaalste zaak van de wereld vindt. Ze krijgt van haar ouders, broers en zus het voorbeeld om goed haar best te doen.

Gezellig

Het huis is gezellig ingericht, iedereen volgt Nederlandse les en ze proberen contact te krijgen met de buren. "We merken dat sommige mensen in de buurt bang zijn voor ons", zegt Zaman. "Ze denken dat omdat wij vluchtelingen zijn, wij alles kapot willen maken. Maar dat is niet zo. We zijn hier gekomen voor een betere toekomst, dus we willen het niet kapot maken."[l]