Het waterschap kapt oude bomen vanwege de verkeersveiligheid.
Het waterschap kapt oude bomen vanwege de verkeersveiligheid. Foto: Britta Janssen

Waterschap begint met bomenkap en -herplant

GROOT ABEELE - In de hele provincie begint waterschap Scheldestromen deze maand met het kappen van oude en zieke bomen. Tot eind maart rooit ze zo’n 2400 bomen. Het schap plant er bijna 1900 terug.

DOOR BRITTA JANSSEN

In totaal verdwijnen er op 49 plekken bomen en struiken. Op 42 locaties plant Scheldestromen groen terug. “We rooien niet zomaar”, benadrukt waterschapsbestuurder Rian de Feijter. “Het rooien van oude en zieke beplanting is in de eerste plaats nodig vanwege de verkeersveiligheid.” Vrijwel alle beplanting van het waterschap - ze beheert grofweg bijna 150.000 bomen - staat langs wegen in het buitengebied. “Omvallende bomen en vallende takken kunnen gevaarlijke verkeerssituaties veroorzaken.”
Daarnaast kapt Scheldestromen om het landschapsbeeld te verjongen. “Hierbij houden we rekening met de cultuurhistorische waarde en de zichtlijnen van het landschapsbeeld en de aanwezigheid van nesten van beschermde vogelsoorten.”
Gekapt wordt er in de gemeente langs de Groeneweg in Vlissingen en langs de Oude Vlissingseweg bij Groot Abeele. Bij de Groeneweg hakt Scheldestromen 107 bomen om. Ze plant er hier vijftien terug. Bij de Oude Vlissingseweg staan er (nog) geen herplantwerkzaamheden op het programma.

Populier
Om de variatie in het landschap te bevorderen, plant het schap veel verschillende soorten bomen en struiken. Het assortiment nieuwe struiken bestaat uit veldesdoorn, kornoelje, kardinaalsmuts, liguster, meidoorn, els, vlier, boswilg en gelderse roos. Bomen die geplant worden zijn onder meer iepen, wilgen, esdoorns, linden, abelen en eiken. “Voor bomenplant kiezen we bijvoorbeeld populieren, omdat die kenmerkend zijn voor het Zeeuwse landschap”, legt beleidsmedewerker groen Bert-Paul de Kam van waterschap Scheldestromen uit. “De populier was na de Tweede Wereldoorlog populair, omdat die soort snel groeit en zo de door oorlogsgeweld verloren gegane beplanting snel kon vervangen.” Een populier leeft volgens De Kam ongeveer veertig jaar en daarom moeten er nu verschillende gekapt worden.
Het schap kiest ook voor verschillende soorten groen met het ook op eventuele ziektes onder bepaalde soorten, zoals de iepziekte. Het landschapsbeeld is met een gevarieerd bomenaanbod minder kwetsbaar voor dit soort ziekten.

Houtwinning
Het schap is verplicht om gerooid groen binnen drie jaar terug te planten. Die termijn is bepaald, omdat het vaak niet direct mogelijk is om ander groen terug te planten, legt De Kamp uit. “Soms moet de grond waarop de gerooide bomen stonden eerst tot rust moet komen. Dit kan een jaar duren.” Als er niet op dezelfde plek groen kan worden teruggeplant, dan doet het schap dat op een zogenaamde compensatielocatie.

'We rooien niet zomaar'

Scheldestromen plant bewust minder bomen terug dan ze kapt. "Vroeger werden ze dicht naast elkaar gezet, omdat veel bomen toen werden geplant voor de houtwinning", aldus De Kam. "Toen zat er zes meter tussen en wij kiezen nu voor twaalf meter om de boom meer ruimte te geven om goed te groeien." Volgens De Kam komen er daardoor weliswaar minder bomen terug, maar blijft het groene beeld in stand.

Plantafstand
H
et waterschap verschilt van inzicht met de provincie Zeeland over de plantafstand. De provincie houdt vast aan tien meter. In december buigen Provinciale Staten zich hierover voor de natuurvisie. "We werken al jaren met een plantafstand van twaalf meter, en in goed overleg", stelt De Feijter. Volgens haar gaan alle kapplannen langs een speciale klankbordgroep waarin onder meer gemeenten en natuurorganisaties vertegenwoordigd zijn. "En soms houden we wel tien meter aan, bijvoorbeeld op een dijk. Het is echt maatwerk."[l]