twee doosjes van het Koloniaal Instituut.
twee doosjes van het Koloniaal Instituut. Marcel Deelen

Object van de maand in Natuurhistorisch en Volkenkundig Museum

OUDENBOSCH - Elke maand stelt het Natuurhistorisch en Volkenkundig Museum te Oudenbosch een bijzonder object in de schijnwerpers. Deze maand: Curaçaosche amandelen in een pillendoosje van het Koloniaal Instituut.

Bijna iedereen eet ze wel eens, Curaçaosche amandelen. Nog steeds eten duizenden mensen het dagelijks op brood. Deze specifieke amandelen (ook wel aardnoten genoemd) werden aanvankelijk gebruikt bij de bereiding van spijsolie (destijds Delftsche slaolie). Curaçaosche amandelen? Hoe chique het ook klinkt, het zijn gewoon pinda’s!
Ze zaten ondermeer in de doosjes die het Koloniaal Instituut rond 1900 verspreidde om de bekendheid van de koloniën groter te maken in Nederland. Deze zogenaamde ‘schoolverzamelingen’ bestonden uit voornamelijk landbouwproducten uit Nederlands-Indië (en enkele uit Suriname). De grondstoffen waren verpakt in gemiddeld 70 pillendoosjes en een twintigtal flesjes met vloeistoffen. Verder zo’n dertig losse voorwerpen als gedroogde vruchten en bladeren, en ‘bewerkte producten’ zoals java-jute, cocos-weefgaren en rubber. Ze moesten Indië tastbaarder en aanschouwelijker maken in voornamelijk lager onderwijs. Specerijen, noten, koffiebonen, kapok, zaden, pepers, varenpluis, rijstsoorten, hars, mineralen, er zat van alles in die doosjes. Te besnuffelen, te bevoelen, te bewonderen elke keer als je weer een ander dekseltje optilde! Over aanschouwelijk onderwijs gesproken! Kratok-bonen bijvoorbeeld zijn rauw giftig, maar gekookt voedzaam. Suikerriet-ampas is het overblijvend deel van het riet waaruit door persen het suikersap gewonnen is. Uit het zaad van de vrucht van Bixa orellana werd boter- en kaaskleursel bereid; rijstdoppen (afvalproduct van de rijstpellerij) werden gebruikt als veevoeder. Cacao-schillen werden, fijngemalen, als ‘chocolade-vervalsching’ gebruikt (altijd nog beter dan de hedendaagse ‘cacaofantasie’). Varenpluis van de stammen van boomvarens was een prima bloedstelpend middel.
Eerder al (rond 1870) verspreidde het Koloniaal Museum Haarlem (een voorloper van het Koloniaal Instituut) diverse producten. Het museum heeft daarvan nog een rijst-aar, geklopte boomschors, een stuk luipaardvel en een stuk buffelhuid.
Tegenwoordig hebben veel producten andere namen. Dat glimmend bruine goedje bijvoorbeeld, dat gewonnen wordt uit het beschermingsschild van een boomluis. Het wordt gebruikt in politoer en vroeger zat het in 78-toerenplaten. Nu is het E904, een glansmiddel.
Dit onderwerp staat de hele maand juni centraal. Kom kijken in het Natuurhistorisch en Volkenkundig Museum en ontdek nog véél meer.[l]