De twee kathedralen van Breda. FOTO RINUS BOIDIN
De twee kathedralen van Breda. FOTO RINUS BOIDIN Rinus Boidin

Engelbrecht van Nassau presenteert 'De bouw van de Grote Kerk'

BREDA - De Gouden Eeuw van Breda gaf aanleiding tot grote bouwkundige veranderingen in de stad. Hoe meer de Nassau dynastie betrokken raakte bij het Habsburgse huis, hoe meer zij ook hun macht en rijkdom wilden tonen.

Breda moest een bisschopsstad worden, want Engelbrecht II en Hendrik III wilden hun stad omvormen tot een geestelijk centrum in het noordelijkste deel van het Bourgondische Rijk. Breda moest een centrum worden voor handel (vismarkt), economie (pachtkamer), recht (capitaal recht) en religie (kerk, kloosters en begijnhoven). Voor ambtenaren moest het er goed toeven zijn (Grote Markt, Nieuwstraat, Catharinastraat).

Engelbrecht I van Nassau startte met de bouw van een Grote Kerk. Naar aanleiding van de geboorte van Jan IV. In het jaar 1410 begonnen ze met de bouw van het koor, waarschijnlijk direct achter het oude Romaanse kerkje dat er eerst stond. Tijdens de lezing wordt uitgelegd wat nog te zien is van de bouw. Daarna werden de transepten gebouwd, eerst de ene daarna de andere, want ze staan duidelijk niet in één lijn.

Schip van de kerk

Toen er in de transepten en het koor een dienst kon worden gehouden, brak men geleidelijk het oude kerkje af, men hergebruikte waarschijnlijk de oude stenen voor de fundering van de nieuwe zuilen en men begon met het 'schip' van de kerk. Toen Hendrik III heer van Breda werd, klotste het (inca-)goud tegen de plinten, de ‘sky was the limit’, het hek was van de dam. De kerk werd groter gemaakt met zijbeuken en prinsenkapel. De graven, die oorspronkelijk buiten de kerk lagen, kwamen daarmee onderdak. Uitbundige gotiek werd toegepast in de bouw en in de versiering; de kerk werd met een omgang verfraaid. Wat kunnen we nu nog zien van de tijdens de bouw toegepaste veranderingen?

Grote Toren verstevigd

Er waren ook tegenslagen, de Grote Toren van de oude kerk stortte in elkaar in het jaar 1467 en moest wel onmiddellijk worden herbouwd. De toren diende niet alleen een religieus doel. Zij werd ook als uitkijk, signaalpost (grote klok) en als landmeetpunt gebruikt en dus moest de nieuwe toren op exact dezelfde plaats verrijzen. Later in de 17de eeuw is er nog een grote torenbrand geweest en de houten bovenkant is nog eens veranderd (en lager geworden). Men moest toen nog jaren wachten om de kerk en toren op elkaar aan te sluiten. Pas in 1526 was alles klaar met ommegang en kapittelzaal. Het orgel is van 1531; daar hebben dus Willem I van Nassau en Karel V nog naar kunnen luisteren. Later zijn er tientallen renovatieprojecten geweest. De grootste ingreep is wel dat de toren is verstevigd, want die dreigde over het schip te vallen. Van wie was die kerk eigenlijk (welk bisdom?). Hoe werd dit megaproject bestuurd en gefinancierd, waar kwamen de stenen vandaan? Wat is de koppeling met "Het Kasteel" van Breda? Deze, maar ook andere zaken komen aan de orde tijdens de presentatie door Rinus Boidin op donderdag 19 december vanaf 19.30 uur in SCC De Poelewei, Mgr. De Vetstraat 2, Breda. De lezing is vrij toegankelijk voor leden en niet-leden van de erfgoedvereniging. [l]