Groenewegen aan de Parallelweg 13 in 1958. FOTOARCHIEF COCK GROENEWEGEN
Groenewegen aan de Parallelweg 13 in 1958. FOTOARCHIEF COCK GROENEWEGEN Fotoarchief: Cock Groenewegen

Met Groenewegen ruim een halve eeuw de weg op

ETTEN- LEUR – De ontwikkelingen van industriegebied Vosdonk Noord gingen razendsnel in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Het ene bedrijf na het andere vestigde zich aan de Parallelweg en de inwoners van Etten-Leur waren blij met hun nieuwe werkgevers. Groenewegen, producent van aanhangers, kwam op nummer 13 en 15 terecht. Maar daaraan ging wel het een en ander vooraf.

DOOR STELLA MARIJNISSEN

Cock Groenewegen werd op 6 april 1948 geboren in Rotterdam. Zijn opa was toen al lang begonnen met het bouwen van aanhangwagens. Die startte zijn bedrijf in 1931, midden in de crisisjaren, in Rotterdam aan de Schans in Delfshaven. C. Groenewegen N.V. stond er op de gevel. Opa Cor werkte dag en nacht en vader Peter stak op jonge leeftijd eveneens de helpende hand toe.

Meehelpen

Al gauw was uitbreiding noodzakelijk en in 1953 verrees elders in Rotterdam een nieuwe fabriek. Peter Groenewegen werd voor vast ingelijfd bij het personeel. Er werden aanhangers voor vrachtwagens en opleggers voor achter de truck geproduceerd en jonge Cock Groenewegen nam als nieuwsgierige zoon van Peter wel eens een kijkje in de fabriek en mocht een beetje meehelpen. "Opa maakte ook handwagens", vertelt Cock Groenewegen, "en zelfs stalen terrassen. Maar mijn vader richtte zich meer op de echte vrachtwagens voor de beroepsgoederen - en eigen vervoerders."

Uitbreiden

De tijd schreed voort en de zaken bleven zich in het na-oorlogse Nederland voorspoedig ontwikkelen. Er was behoefte aan meer ruimte. "Mijn vader had veel klanten in Zeeland, vooral na de watersnood van 1953. Er waren legio wagens die gerepareerd moesten worden. En als je van Rotterdam naar Zeeland reed dan kwam je door Etten-Leur." Peter Groenewegen zag grond te koop en stapte naar burgemeester Godwaldt. Verdere uitbreiding in Rotterdam was niet mogelijk en een subsidie op elke arbeidskracht die te werk gesteld werd in het door hoge werkeloosheid geplaagde Etten-Leur en omgeving, waren belangrijke argumenten. Met enige financiële hulp waagde Groenewegen de stap en een nieuwe fabriek werd gebouwd. In 1957 volgde de opening aan de Parallelweg nummer 13. Het bedrijf bleef, ondanks enkele tegenslagen, floreren en in de jaren zestig werd grond bijgekocht en werden nieuwe hallen geplaatst. Nummer 15 hoorde voortaan bij de adressering.

Opleiding

Het gezin Groenewegen was inmiddels in 1963 verhuisd naar Etten-Leur en de jonge Cock trad na zijn middelbare school opleiding in 1968 in dienst van het bedrijf. "'s Morgens onder leiding van HTS-er Jan Vaan om voertuigen te testen en te controleren en 's middags op de afdeling verkoop offertes maken", herinnert hij zich. Maar vader vond een management opleiding noodzakelijk en wilde dat zijn zoon elders maar wat meer kennis op moest doen. Dat gebeurde ook. "Ik kreeg een interne opleiding bij organisatiebureau Berenschot en heb, onder leiding van datzelfde bureau, bij DAF gewerkt in de fabriek in Eindhoven. Daar heb ik enorm veel geleerd, fantastisch was dat."

Coup

De toenmalige bedrijfsleider probeerde tussentijds in 1972 een 'coup' te plegen bij Groenewegen, dat inmiddels al tachtig personeelsleden in dienst had, en wilde het bedrijf overnemen. De club van 'oudgedienden' stak de koppen bij elkaar. Zij wilden Cock terug in het bedrijf en wisten vader Peter over te halen. Eind 1972 werd hij aangesteld, voor een half jaar, als bedrijfsleider. "Maar ik wilde nooit meer weg", lacht Cock. "Ik adviseerde mijn vader om samen met mijn moeder te gaan genieten en dus trokken ze een half jaar door de Verenigde Staten in een motorhome. Ik kreeg de sleutels met de woorden 'help de boel niet naar de kloten'!"

Oliecrisis

"Het was druk druk druk", zegt Groenewegen, "maar 1975 was een rampjaar met de oliecrisis. De benzine was op de bon en ik moest veertig mensen ontslaan. Ik móest het regelen maar vond het verschrikkelijk! Later konden er gelukkig medewerkers waaronder een aantal tekenaars terugkeren en 1977 was een jaar met recordwinst." Het bleef voorspoedig gaan en de zaak groeide uit naar een personeelsbestand van 175 man. In 1980 werden er nog twee hallen bijgebouwd.

Sfeer

"We hadden een prima sfeer in ons bedrijf. Leuke collegialiteit en ik was nooit meneer altijd gewoon Cock." Naast de bouw van aanhangers en opleggers had Groenewegen zijn eigen, aparte reparatie afdelingen in Etten-Leur en Schiedam en floreerde de VVW (verhuur van wegtransport middelen). Nog meer ruimte was daardoor nodig en 2 ha grond werd in 1986 aangekocht aan de Hermelijnweg voor de reparatie afdeling. Groenewegen Holding voegde in 1999 nog het voormalige Felix Bonzo aan zijn bezittingen toe, dat ging dienen als magazijn en carrosseriebouw afdeling.

Reizen

De tijd schreed voort en innovatie was feitelijk noodzakelijk. Maar Cock en zijn vrouw Rianne die, net als hun kinderen, jarenlang meewerkte in het bedrijf, hebben dat aan anderen overgelaten. Per 1 januari 2007 werden de werkmaatschappijen verkocht. Zij gingen van het leven genieten en maakten de vele reizen waar ze daarvoor geen tijd hadden gehad.[l]

Cock Groenewegen nog altijd actief vanachter zijn bureau. FOTO STELLA MARIJNISSEN
Aan de de Hermelijnweg werd in 1986 2 ha grond aangekocht voor de reparatie afdeling. FOTOARCHIEF COCK GROENEWEGEN