De laatste druppel

De laatste druppels uit de fles, gaan in het grote glas,
De drank is op, die zuur en zoet en zacht en bitter was.
De een kreeg enkel zacht en goed en dronk in vrolijkheid.
De ander proefde elke slok, slechts zure bitterheid.
Een ander kreeg en zuur en zoet, veel wolken en veel zon.
Het is een feit, dat men de fles, vaak beter schudden kon.
Hoe het ook zij, de fles is leeg, van zuur, zoet, bitter, zacht.
De een zucht; jammer, ze is leeg, de ander; is volbracht.
Al was zij ook van hart tot ziel, een harde levensles.
We grijpen dankbaar en vol moed, weer naar een nieuwe fles.

F. Zoeteweij.