Afgesproken werk
De Tour zit er op. Een superspannende ’La Grande Boucle’. Erg genoten van Steven Kruijswijk, Dylan Groenewegen, Wout Poels, Dylan van Baarle en van Dione de Graaff, Herman van der Zandt en presentator Bart Nolles van ’Tour du Jour’. In mijn vorige column serveerde ik Bartje, op basis van wat vooroordelen, een beetje af, maar de wederhelft van politica Lilian Marijnissen verdient beter. Voor het presenteren van Tour du Jour in Breda, waar ik een keer ben wezen kijken, geef ik hem het rapportcijfer 7.
En nu de criteriums. Drie in West-Brabant: de Roosendaalse Draai van de Kaai (5 augustus), de profronde van Zevenbergen (11 augustus) en die van Etten-Leur een week later. In mijn jeugdjaren hield ik de uitslagen van de kermiskoersen in een schoolschriftje bij en stelde een klassement samen. Tien punten voor nummer 1, één punt voor nummer 10. Ik had er toen geen flauw benul van dat gevestigde namen moesten winnen en dat het voor coureurs van tweede garnituur alleen geoorloofd was een toneelstukje op te voeren, op voorwaarde dat ze op tijd in de remmen knepen. Nog steeds geldt dit scenario. Begrijpelijk. Het publiek wil de Tour-sterren zien schitteren, anders voelen ze zich bekocht. Voor de regie tekenen de vedetten. Zij bepalen het koersverloop. In 1968 zette Jan Janssen ons land op z’n kop door zijn Tourzege. Drie dagen later reed hij de Acht van Chaam. Jan vertrouwde me eens toe in het hart van Brabant een startgeld van 20.000 gulden te hebben gekregen, destijds een fenomenaal bedrag. Het lag in de bedoeling dat hij, voor ruim 100.000 aanwezigen, aan het langste eind zou trekken. Ook ik stond langs de dranghekken in de overtuiging van de triomf van de geletruidrager. Rini Wagtmans stak daar een stokje op. Hij klopte Janssen. Dat Jan ontplofte, mag duidelijk zijn. Vele jaren negeerde hij Rini, die later ruiterlijk toegaf de zaken verkeerd te hebben ingeschat. Inmiddels zijn de twee wielerhelden al lang weer close.
Van de fiets naar de bal. Op 9 augustus trapt NAC af, tegen FC Dordrecht. Ik heb er het volste vertrouwen in dat de ploeg van Ruud Brood snel terugkeert in de eredivisie. Als hij tenminste van zijn superieuren op technisch gebied de nodige ruimte krijgt, het aan- en verkoopbeleid mede mag bepalen en Pierre van Hooijdonk op gepaste afstand wordt gehouden.[l]