Afbeelding
Foto:

BSD: 'We zijn op het verkeerde been gezet'

BERGEN OP ZOOM - Louis van der Kallen, fractievoorzitter van de BSD, voelt zich op het verkeerde been gezet door het college van burgemeester en wethouders. Van der Kallen stelde eind 2018 vragen aan het gemeentebestuur over de afspraken die gemaakt zouden worden rondom de verkoop van de gronden achter Brasserie de Berk, maar de antwoorden die hij destijds heeft gekregen zijn, nu blijkt, dubbel interpreteerbaar.

DOOR REMKO VERMUNT

Afgelopen week stelde ook de VVD al vragen over deze kwestie. De gemeente heeft de gronden namelijk verkocht als bosgrond waarvoor één euro per vierkante meter wordt gerekend, terwijl de ondernemer aldaar de grond wil gaan gebruiken voor zijn horecazaak. "Horeca heeft een waarde die makkelijk 250 euro per vierkante meter haalt of zelfs (fors) meer", stelde de VVD-fractie.

Extra kosten

Van der Kallen vond destijds al dat er (te) weinig werd gerekend voor de gronden, en daarom stelde hij in september en oktober van vorig jaar al vragen hierover. Maar, op zijn vragen reageerde het college van burgemeester en wethouders dat 'de ruimtelijke invulling en de gevolgen hiervan voor de exploitant / eigenaar van de huidige en toekomstige horeca op het eiland sterk afhankelijk zijn van wat er uit de gesprekken met de provincie komt." Kortom, eerst moest door de provincie bepaald worden of de gronden überhaupt ingezet mochten worden voor horeca. Pas wanneer hier helderheid over zou ontstaan konden concrete bedragen voor afdracht aan infrastructuur, parkeergelegenheid, bouwleges en dergelijke anterieur vastgesteld kunnen worden. "Pas wanneer deze informatie allemaal in beeld is kunnen wij de eindafrekening opmaken", aldus het college.

Onderhandse subsidie

Van der Kallen ging er dan ook vanuit dat wanneer er meer duidelijkheid zou zijn, de kosten voor de grond omhoog zouden gaan. En, hoewel het juridisch en financieel gezien 'vermoedelijke correct geformuleerd is', voelt Van der Kallen zich op het verkeerde been gezet. "Klaarblijkelijk is uw college zo blij met de ontwikkeling ter plaatse dat besloten is tot een 'onderhandse' subsidie. "Ik moet naar mij zelf kijken omdat ik klaarblijkelijk te makkelijk uit ben gegaan van de goede bedoelingen van uw college en van correct handelen. Waarbij in de ogen van de BSD, nu blijkt, dat uw college voorbij is gegaan aan het financiële belang van de gemeente en aan de mogelijk concurrentievervalsende elementen als een ondernemer op deze wijze bevoordeeld wordt." [l]