Bij Bergse schaakteams is remise troef
BERGEN OP ZOOM - In de eerste ronde van de Noord Brabantse avondcompetities hebben de teams van BSV beide gelijk gespeeld met hun tegenstanders. Van de acht partijen werden er maar liefst zes remise. Levi Vriens zet zegetocht voort, nu met een overwinning op Henry Groenveld.
In de eerste klasse van de Noord Brabantse avondcompetitie spelen twee teams van BSV mee. Vreemd genoeg moesten de teams de eerste ronde niet tegen elkaar. BSV A moest afgelopen vrijdag spelen tegen het net gedegradeerde Stukkenjagers B uit Tilburg. Maar liefst alle vier partijen werden remise. Achtereenvolgens René Punt, Rob Hopman-Been, Bas van de Putte en Alexander van ’t Hoff waren daar aan Bergse zijde voor verantwoordelijk. Het waren zeker geen salonremises. Zo stond René Punt aan het 1e bord lange tijd verloren, maar hij wist aan het eind de strijd gelijk te maken en hij zag zelfs een winstvoortzetting over het hoofd. BSV B speelde in Zundert tegen de plaatselijk schaakvereniging Raadsheer A. Hier zorgden Angelique Osinga en André van der Graaf aan de eerste twee borden met twee remises voor een 1-1 stand. Pieter-Jan Demmers verloor en toen was het aan Oliver de Hert de taak om met een overwinning voor een gelijke stand te zorgen. Hij slaagde daar wonderwel in.
BSV Kampioenschap
In de strijd om het BSV-kampioenschap werden in de Keizercompetitie de volgende uitslagen behaald. Overwinningen waren er voor Levi Vriens, Martin de Smit, Hamid Hussein, Oliver de Hert en Henk van Houten. Pieter-Jan Demmers, Kees de Loof, Jan Haverhoek en Bert van der Linden remiseerden.
Levi Vriens de regerend jeugdkampioen wist dus weer een overwinning te behalen. Dit keer bond hij voorzitter Henry Groenveld aan zijn zegekar. Daardoor is Levi inmiddels opgeklommen naar de 2e plaats in de rangschikking. Eerste staat nog steeds René Punt. Op de derde plaats staat Peter de Moor, vierde is regerend kampioen Erwin Kalle en vijfde is runner-up Martin de Smit.
Probleem vorige keer
Het probleem van vorige keer was als volgt: Wit: Kc1, Df2, Td1, Th1, Lf3, Pe3; pi: a2, b3, e4, g3 en h4. Zwart: Kg7, Dd8, Ta8, Th8, Lc8, Pd4; pi: a5, b5, c6, f6, g6 en h7. De opgave was: hoe wint wit? Zwart zojuist een pion met zijn paard geslagen op d4. Deze pion was nogal giftig. Wit sloeg het paard Txd4 en als zwart nu de toren pakt volgt Pf5+ en de zwarte dame gaat verloren. Zwart zag dit wel op tijd, maar verloor omdat hij een stuk achter bleef.
Nieuw probleem
Bij het nieuwe probleem, zie diagram, speelde wit als laatste zet Td4. Hoe kan zwart nu de partij winnen? Let echter goed op, er zit een klein addertje onder het gras. En als toegift: als zwart niet Td6-d4 had gespeeld, had hij zich dan kunnen redden?[l]