Meneer Advocaat

Tussen 1963 en de zomer van 1967 zat ik op een Roosendaals internaat. Het waren veruit de eenzaamste jaren uit mijn leven. Wat me het meest ergerde aan de autoritaire broeders, die ook op de MULO (met externe leerlingen) aan de touwtjes trokken, was het gebruiken van verkleinwoorden bij het noemen van je naam. ’Lowietje’, zeiden ze. Of ’Boveetje’. Of soms zelfs ’pleeborstel’, vanwege mijn gemillimeterde haar. Ik kaartte het aan bij mijn moeder, maar zij wuifde het weg. In haar ogen waren kloosterlingen heiligen, op wie niets aan te merken viel. Uiteindelijk legde ik me hierbij neer.

Mensen die ik lief heb, mogen ’Louiske’ tegen me zeggen. Vrouwen en mannen die me nemen zoals ik ben, met al mijn eigenaardigheden.

Dick Advocaat (72) gaat als ’Dickie’ door het leven. Ik heb daar wat moeite mee. In die kwalificatie schuilt gebrek aan respect. Zo van: een ouwe zak die het voetbal én het geld niet kan missen. Ik heb waanzinnig bewondering voor de kleine Hagenees, een man die zijn eigen plan trekt en zich nergens iets van aantrekt. Hij brengt Feyenoord er vast bovenop. Dat de kwakkelende club uit de Kuip hem hiervoor tot het einde van het seizoen acht ton betaalt, gun ik hem van harte. Hij is het waard.

Advocaat leerde ik kennen toen hij het bevel voerde over het nietige Haarlem. We spreken over 1987. Een felle, ambitieuze coach met veel verstand van het spelletje. Zijn privé-situatie schermde hij volledig af en dat is nooit veranderd. Zijn broer Jaap, werkzaam bij een bank, vertrouwde me ooit toe wie Dick werkelijk was. Twee uur na het interview smeekte hij telefonisch zijn uitspraken niet te publiceren. Als brave, volgzame journalist voldeed ik aan zijn verzoek.

De multimiljonair heeft de reputatie krenterig te zijn. In een horeca-etablissement voor zijn gezelschap nooit een consumptie betalen, in een restaurant nooit een fooi geven, tijdens onderhandelingen nooit concessies. Het bekende verhaal: de meeste steenrijke mensen zijn gierig. Vooral de rijkaards die, zoals Dick, in een arm milieu opgroeiden.

Eén keer is Dick woedend op me geweest. Dat was toen ik, in 1996, exclusief onthulde dat hij PSV zou verruilen voor Glasgow Rangers. Mijn bron weigerde ik te onthullen. Abrupt verbrak hij de telefoonverbinding. Ik trok wit weg. Op de vraag van mijn bezorgde moeder wat er aan de hand was, antwoordde ik: ”Meneer Advocaat is boos.” Veel succes bij Feyenoord, meneer Advocaat.[l]