Nathalie Steins is onderzoeker bij Wageningen Marine Research.
Nathalie Steins is onderzoeker bij Wageningen Marine Research. Foto: Britta Janssen

Oosterschelde is ook voer voor wetenschappers

YERSEKE - Niet alleen toeristen en recreanten genieten van Yerseke en de Oosterschelde, ook onderzoekers vinden dit deltagebied uitermate interessant. Niet voor niets telt het vissersdorp maar liefst twee gerenommeerde instituten: Wageningen Marine Research en het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ). Onderzoekers Nathalie Steins en Brenda Walles van Wageningen Marine Research vertellen over oesterriffen, pulsvissen, mosselzaadinvanginstallaties, zeewieronderzoek, duurzaamheid en meer. "Dit is een superspannend gebied voor onderzoek", vindt Steins.

DOOR BRITTA JANSSEN

Al jaren houdt Nathalie Steins zich bezig met zout water. Ze is onderzoeker bij Wageningen Marine Research, onderdeel van Wageningen University & Research. Het overkoepelende doel van alle onderzoeken is een duurzaam gebruik van de zee, kust en binnenwateren. Wat Steins fascineert aan de delta is dat het een waardevol natuurgebied - de Oosterschelde is een Nationaal Park - met vele functies is: het trekt toeristen aan, vissers leven ervan, het is belangrijk voor talloze diersoorten en de dijken en waterwerken zijn onmisbaar als kustverdediging.

Balans
Onderzoeken hebben dan ook vaak te maken met de balans tussen al deze functies en de daarmee samenhangende belangen van allerlei verschillende partijen. Zo buigt Wageningen Marine Research zich samen met oesterkwekers over oplossingen om de oesters buiten bereik van de oesterboorder te houden. Dit dier dook enkele jaren geleden op in de Oosterschelde en verschalkt de oesters op grote schaal.
Ook de vraag hoeveel er uit de Oosterschelde geoogst kan worden zonder dat dit de natuurwaarden in gevaar brengt, is voor Steins een belangrijke. "Dit werk is heel divers. Zo ben ik de ene dag in gesprek met mosselvissers of medewerkers van Rijkswaterstaat en de volgende dag sta ik op een vissersschip", illustreert ze.

Pulsvissen
Steins en haar collega's zijn betrokken bij onderzoek naar de voor- en nadelen van pulsvissen ten opzichte van het traditionele boomkorvissen. Het Europees Parlement heeft het pulsvissen onlangs per 1 juli 2021 verboden. "Samen met het NIOZ voeren wij een groot onderzoek uit naar het pulsvissen en later dit jaar komen we met de resultaten. Wij mengen ons als onderzoeksinstituut niet in het politieke debat, maar communiceren wel op onderzoek gestaafde feiten." Bij vissen met de pulskor worden platvissen zoals schol en tong met stroompulsen van de zeebodem opgeschrikt, zodat zij het net inzwemmen. Het traditionele vissen, met de boomkor, gebeurt met kettingen. Die woelen volgens Wageningen Marine Research de bodem veel meer om en hebben veel meer ongewenste bijvangst. "Wij zien voor het ecosysteem alleen maar voordelen van pulsvissen vergeleken met de traditionele boomkor. Met het verbod gaat de sector een enorme stap terug in de tijd."

Zeewier
Ook actueel is het onderzoek naar zeewieren en algen als voedselbron, in het licht van het terugdringen van de mondiale vleesconsumptie. "Er leven verschillende soorten eetbare zeewieren in de Oosterschelde. We onderzoeken welke soorten je op grote schaal kunt kweken." Hoe je zeewier voor de consumptie vervolgens het beste snel kunt verwerken, zou een mooie vraag voor studenten kunnen zijn. Wageningen Marine Research werkt nauw samen met het NIOZ, maar ook met onderwijsinstellingen, zoals de HZ University of Applied Sciences.

Rendement
De onderzoekers zitten rond de tafel met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en de overheid, zoals het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, maar gaan ook het water op. Samen met oesterkwekers testen collega's van Steins de kweek van oesters in mandjes, zodat de oesterboorder er niet bij kan. "Ook werken we samen bij onderzoek naar het verhogen van het kweekrendement voor mosselvissers. De vissers willen natuurlijk dat uit ieder kilo mosselzaad die ze uitzaaien, zoveel mogelijk consumptiemosselen groeien. Zo min mogelijk zaadverlies is dus belangrijk. We bekijken of het minder dicht op elkaar uitstorten van het zaad meer rendement oplevert."

Mosselzaadinvanginstallatie
Om minder afhankelijk te zijn van de natuurlijke zaadval is de mosselzaadinvanginstallatie (MZI) ontwikkeld. Dit zijn opstellingen met lijnen in het water waaraan de mossellarfjes zich hechten en doorgroeien tot ze uitgegroeid zijn tot zaad. Dit zaad wordt daarna uitgezaaid op de kweekpercelen waar ze opgroeien tot consumptiemosselen. Wageningen Marine Research onderzoekt hoe de inzet van MZI's rendabel kan worden gemaakt voor de sector. "De kostprijs van MZI-mosselen is hoger dan van mosselen van wilde zaadbanken, maar dankzij de MZI is de oogst voor mosselkwekers wel ieder jaar gegarandeerd. Als er vroeger een periode met weinig zaadval was, de oorzaak hiervoor weten we niet, dan had de mosselkweker een minder goede oogst." De MZI's vragen wel een totaal andere manier van werken, maar voor de nieuwe generatie is het volgens Steins al bijna normaal. "Een kweker vertelde me eens dat hij vroeger zo'n zes weken per jaar met de mosselzaadvisserij bezig was. De rest van het jaar was zo ongeveer vakantie. Tegenwoordig is het moeilijk om tijd voor vakantie te vinden. Maar de oogst is wel stabieler."

Oesterriffen
In Zeeland beschermen vele kilometers dijken en dammen - de Deltawerken zijn wereldberoemd - het land tegen de zee. Ook de kustverdediging heeft de aandacht bij Wageningen Marine Research. Eén van de grote projecten is het aanleggen van oesterriffen. Op een soort matrassen van ijzeren kooien met schelpen zetten de oesterlarfjes zich af. Door de groei van de oesters ontstaat een stevige structuur. De schelp van een dode mossel spoelt weg, maar een oesterschelp niet. Zo blijft de structuur van het oesterrif in stand, zonder dat het veel onderhoud vergt, zoals stenen dammetjes dat wel behoeven. Daarbij trekken oesterriffen allerlei diersoorten aan en dat is goed voor de ecologische waarde van het gebied en de biodiversiteit, legt onderzoeker Brenda Walles uit. "Veel beestjes verstoppen zich tussen de oesters en daar komen weer vissen op af."
Sinds 2010 zijn er zeven oesterriffen aangelegd in de Oosterschelde. Die remmen de golven, waardoor er minder zand van de platen in de Oosterschelde wegspoelt. Deze zandplaten zijn belangrijk voor zeehonden en vogels, om op uit te rusten en te eten. Zo komen vogels die naar het noorden trekken vaak op krachten op de zandplaten van de Oosterschelde.