Borsele wil investeren in sociaal domein
HEINKENSZAND - De druk op het sociaal domein neemt toe. "Dat zien we hier, net als in andere gemeenten", zegt wethouder Marga van de Plasse. De gemeenteraad heeft vorige week gesproken over hoe ze het beleid in de toekomst vorm wil geven. Ze wil investeren in preventie en de toegang tot het sociaal domein.
DOOR EUGÈNE DE KOK
Borsele wil bepaalde zaken aanpassen, maar weet dat ze als gemeente lang niet alles in het sociaal domein kan beïnvloeden. “Het is niet dat je aan een bepaalde knop kunt draaien en het probleem er niet meer is”, zegt verantwoordelijk wethouder Marga van de Plasse. Je hebt slechts in beperkte mate invloed, zo bleek uit een analyse die de gemeente eerder dit jaar heeft laten maken. “Op een schaal van één tot tien gaat het maximaal om een vier qua invloed. Daar worstelen alle gemeenten mee.”
Aanmeldingen
Het is echter duidelijk dat Borsele niet op dezelfde voet verder kan gaan. Doet ze dat wel, dan ontstaan er op termijn tekorten. “Aan de ene kant heb je een grote groep mensen die steeds langer thuis blijft wonen. Aan de andere kant komen er telkens extra opgaven waarmee wij iets moeten: eenzaamheid, dementie en groei van aanmeldingen voor de jeugdzorg”, noemt Van de Plasse enkele oorzaken.
Om iets tegen de dreigende tekorten te doen, is er een werkgroep met raadsleden die zich met de wethouder en ambtenaren op het onderwerp heeft gestort. “We doen het samen, sparren met elkaar. Dat is een nieuwe aanpak”, aldus Van de Plasse.
Invloed
Uit die eerste gesprekken is een aantal zaken naar voren gekomen waarop de gemeente invloed heeft. De raad heeft daar donderdag over gesproken en bepaald welke kant het op moet. “De toegang tot zorg is één van de knoppen waaraan je kunt draaien”, zegt Van de Plasse. Borsele wil meer investeren in medewerkers die de vragen krijgen, zodat zij beter de goede zorg kunnen bepalen en adviezen kunnen geven. “Je kunt ook kijken naar wat jongeren nodig hebben en misschien wel naar wat normaal gedrag is. Dan voorkom je bovendien dat je jongeren snel een etiket geeft. Soms ligt er helemaal geen GGZ-problematiek achter bepaald gedrag, maar hoort dat gewoon bij een 14-jarige.”
Preventie
Volgens de wethouder kan het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in dit soort gevallen veel betekenen en hoeven jongeren niet meteen te worden doorverwezen naar zorginstanties. Met preventie kun je ook duurdere zorg voorkomen. De gemeente denkt in dat kader bijvoorbeeld na over meer vroegsignalering, zodat problemen later niet verergeren, over nog betere samenwerking in de jeugdzorg of via een praktijkondersteuner bij de huisarts. “Het bijzondere van de kaders is dat er veel eerst om investeringen vragen, die zich later zullen uitbetalen. Als je kijkt naar de toegang tot zorg, heb je daar extra mensen voor nodig. Dat zie je pas later terug in lagere kosten. Het betaalt zich uit, maar het vraagt wel om lef.”
Nieuw
De kaders die de raad geeft gesteld worden de komende weken uitgewerkt tot een document. Naar verwachting stemt de gemeenteraad eind dit jaar over het nieuwe beleid.[l]