Voor welke burgemeester is dit eerbetoon? FOTO GEMEENTEARCHIEF GOES
Voor welke burgemeester is dit eerbetoon? FOTO GEMEENTEARCHIEF GOES Foto: Gemeentearchief Goes

Hulde aan den Burgemeester

GOES - Heemkundige Kring De Bevelanden en het Gemeentearchief Goes plaatsen iedere twee weken een foto uit het verleden op de Bevelanden. De vraag is simpel: weten jullie er meer over te vertellen?

VAN ONZE REDACTIE

Deze foto is gemaakt tussen 1890 en 1920. De vrouw en meisjes zijn gekleed in Zuid-Bevelandse dracht. Zijn het kinderen uit één gezin? Wie zijn het? Ze staan onder een huldepoort met ‘Hulde aan den Burgemeester’, maar in welk dorp? En waarom dit huldebetoon? Wie van de lezers helpt ons op weg?

Reacties kunnen naar Heemkundige Kring De Bevelanden: info@hkdebevelanden.nl. Of per post naar Postbus 2159, 4460 MD Goes. Reacties worden over twee weken in deze rubriek geplaatst. Onder de reageerders wordt een exemplaar van De Spuije verloot.

De vorige foto was van een postbode. Hij was vroeger een ‘belangrijk man’. Hij bezorgde niet alleen de brieven, maar las ze ook voor en eventueel schreef hij het antwoord. Hoe belangrijk hij was lezen we in oude kranten. In De Zeeuw van 4 april 1913 lezen we een bericht dat de heer J. Priester Jzn. door de gemeenteraad van Borssele is benoemd tot postbode. Bijna drie weken later werd hij een held. “Zaterdag geraakte het zoontje van den arbeider S. al spelende in een vrij diepe sloot. Ware geen hulp komen opdagen dan ware het knaapje zeker verdronken, maar gelukkig kwam juist de postbode Priester voorbij.” Ook kwam de postbode voorbij in vrouwenrubrieken, bijvoorbeeld op 5 november 1926 in het Zeeuwsch Nieuwsblad. Na de ‘nuttige wenken voor de huisvrouw’ over lucifersdoosjes om de kachel aan te maken en het schoonmaken van gasbranders staat ‘De postbode gaat voorbij’. “Hebt gij wel eens aan het venster gestaan en gezien dat de postbode voorbij ging? Misschien verwachtte ge een brief, een boodschap, die aan een twijfel een einde zou maken, of een korte mededeeling, die een knagende onrust doen verdwijnen.”[l]