Karel van Dalen hoopt zijn café nog jaren te bestieren. FOTO EDWIN MIJNSBERGEN
Karel van Dalen hoopt zijn café nog jaren te bestieren. FOTO EDWIN MIJNSBERGEN Foto: Edwin Mijnsbergen

'Voor mij is de Lange Jan is gewoon thuis'

MIDDELBURG - De kreet ‘Wij zijn de stad’ kent iedereen in Middelburg, maar wie zijn ‘wij’? In de rubriek ‘Zij zijn de stad’ zet Edwin Mijnsbergen bekende en minder bekende Middelburgers in de schijnwerpers. Op zijn geheel eigen wijze beschrijft hij wie zij zijn, wat zij hebben met de stad en met hun stadsgenoten. Deze week: Karel van Dalen.

DOOR EDWIN MIJNSBERGEN

Het Wapen van Zeeland. De Skyline en de naam van Middelburg. De Lange Jan uiteraard. En binnen een paar weken ook nog eens het Wapen van Middelburg. Als je ervan uit mag gaan dat tatoeages iets vertellen over de persoon die ze heeft laten zetten, dan kun je in het geval van de Middelburgse café-eigenaar Karel van Dalen (1960) gerust vaststellen dat Middelburg en Zeeland belangrijk voor hem zijn. Mensen die er nog niet helemaal zeker van zijn hoeven alleen maar zijn café te bezoeken. In ‘De Zaak’ aan de Pottenmarkt wemelt het van de beeldjes, foto’s en andere voorwerpen die de Lange Jan voorstellen. “Nogal wiedes”, zegt Karel daar zelf over. “Voor mij is de Lange Jan gewoon thuis.”

Jubileum
Onlangs vierde Karel het vijfjarig jubileum van zijn café. Hij begon De Zaak op 1 april 2014 samen met zijn toenmalige vrouw, Grace. Nu het stel is gescheiden zet Karel het café alleen voort. Hoewel, alleen? Er zijn bijna altijd wel mensen om hem heen die hem helpen. Zijn kinderen, bijvoorbeeld, of een paar goede vrienden. “Zonder hen zou het een stuk lastiger zijn om het café te draaien. Ik heb heel veel lieve mensen om me heen, en fantastische vaste gasten. Stel je voor man: bijna alles wat je ziet op m’n terras heb ik cadeau gehad. Dat is toch fantastisch?”

Barakken
Terug naar Karel de Middelburger. Want dát is hij, in hart en nieren. Na zijn geboorte aan het Oud Arnemuidsvoetpad en een jaar of tien wonen in ’t Zanddorp verkaste het gezin in 1970 naar Dauwendaele. Daar, in de Rustenburgstraat, groeide Karel op. Even verderop in de straat woonden opa en oma van Dalen, én een oom. In 1984 vertrekt Karel, maar vier jaar later keert hij weer terug in de wijk, om er vervolgens tot 2005 te blijven wonen. Als hij vertelt over zijn jeugdjaren glimt Karel gewoon een beetje. Hij somt talloze namen van bekende Middelburgers op, die toen zijn kameraadjes waren. Maar hoe belangrijk de wijk Dauwendaele ook altijd geweest is voor hem: Karel vertelt met minstens zo veel plezier over de andere buurten waar hij woonde of veel kwam. Die eerste vriendschappen ontstonden al tussen de barakken in ’t Zanddorp, de latere in de Stromenwijk, waar hij vanaf zijn veertiende veel was te vinden, toen hij verkering kreeg met zijn eerste vrouw.

Sport
Karels verhalen zijn leuk om naar te luisteren. Hij is dik tien jaar ouder dan ik, maar toch herken ik veel in de anekdotes over al die kwajongens op de pleinen van scholen als de Buitenhove en de Wellinge. Zulke verhalen had ik ook wel een beetje verwacht. Dat kan ik niet beweren over de dingen die Karel vertelt over zijn sportprestaties. Hij was ooit Zeeuws jeugdkampioen tafeltennis en hij voetbalde vele jaren bij Jong Ambon. Hij speelde zelfs een paar jaar fanatiek biljart! Ik kan het bijna niet geloven. Met een grijns tovert Karel een oude foto tevoorschijn op zijn telefoon. Of ik hem even wil aanwijzen. Ik herken hem niet. Dan wijst hij op een slanke kerel met lang haar. Is hij dat echt? Ja dus. “Haha, ik ben ook geen twintig meer he?”

Boventallig
Dan hebben we het ook nog even over Karels werkzame leven van vóór zijn leven als kroegbaas. Van 1974 tot 2013 werkte hij bij drankenhandel De Vlieger-Verdonk, die later werd ingelijfd door Heineken. Via zijn vader, die er ook werkte, belandde Karel er als vakantiekracht. Hij dacht dat hij er nooit meer weg zou gaan. Dat bleek een misvatting. In 2013 werd er gereorganiseerd. Opeens was Karel - hij was inmiddels chef expeditie - boventallig. Zoiets is voor niemand leuk, maar Heineken trof wel een nette regeling. Die afkoopsom was een prima basis voor investering in een café. De Zaak dus. Ook over zijn oude werkgever praat Karel nog met veel respect. Liefdevol zelfs. Ik realiseer me opeens dat hij over bijna alles en iedereen in zijn leven zo praat. En dat terwijl hij toch ook bekend staat als iemand die soms flink kan mopperen en dan ook geen blad voor de mond neemt. “Ik kan gewoon niet tegen onrechtvaardigheid joh, da’s alles.” Die opmerking snap ik ook wel. We hebben het aan de toog al vaak genoeg gehad over dingen die beter zouden kunnen. Maar wat zou het ook? De Zaak staat als een huis en als het aan Karel ligt blijft hij het nog zeker tien jaar doen. Het is hem van harte gegund.[l]