Groei en Bloei-vrijwilligster Joke Adriaanse helpt Annet en Marije hun pelargonium te verpotten. FOTO MARIELJA TEN BRUGGENCATE
Groei en Bloei-vrijwilligster Joke Adriaanse helpt Annet en Marije hun pelargonium te verpotten. FOTO MARIELJA TEN BRUGGENCATE Foto: Marielja ten Bruggencate

Plantjes rollen als een sinaasappel

MIDDELBURG – Op zestien Walcherse basisscholen zijn vorige week vijfhonderd pelargoniums verpot, tijdens het Floralia project van Stichting Groei en Bloei. De plantjes, die sterk lijken op geraniums, worden door de kinderen uit de groepen vijf en zes verzorgd.

DOOR MARIELJA TEN BRUGGENCATE

CBS De Wissel in Vlissingen doet ook dit jaar weer mee aan het Floralia project van Stichting Groei en Bloei. De 45 kinderen, verdeeld over 5a en 5b, worden geholpen door Groei en Bloei-vrijwilligsters, die drie keer op de school langskomen. Willy de Nooijer is coördinator van het project en ze heeft het er erg druk mee. “Er zijn dit jaar vijfhonderd leerlingen die een pelargonium krijgen, dus ik ben blij dat we een grote groep vrijwilligers hebben die komt helpen.”

Kleur

De pelargoniums komen van kwekerij Kesteloo en zijn speciaal voor de leerlingen uitgezocht. Het zijn, net als de fuchsia’s uit het bekende liedje, gemakkelijke planten. Ze hebben af en toe wat water nodig, een beetje mest en moeten gedraaid worden vanwege de zon. “Als je niet draait, krijg je een hangplant,” zegt Bodhi (8) tijdens de presentatie. Willy heeft de leerlingen verteld over alle verschillende soorten pelargoniums en alle kleuren die bestaan. Gwenn (8) wil het liefste een licht roze. Nu de plantjes nog klein zijn is het nog een verrassing welke kleur de bloemen zullen hebben. De plantjes staan op tafel en een voor een komen de kinderen om er een uit te kiezen. Gwenn en Romaily (9) bekijken de groene bladeren in de hoop dat ze een aanwijzing voor de bloemenkleur kunnen vinden. “Deze vind ik mooi,” zegt Romaily na een tijdje, “want er zit een beetje donker rood op het blad. Misschien wordt deze dan rood of roze.”

Kliederen

“Stroop je mouwen maar op,” zegt vrijwilligster Joke Adriaanse. “Bij het verpotten krijg je vieze handen van de grond.” Geen enkel kind vind dat een bezwaar, want ze willen gelijk van start. Om de kleine plantjes uit hun potje te krijgen moeten ze eerst een beetje gemasseerd worden. “Alsof je een sinaasappel rolt,” zegt Joke. “Dan komen de worteltjes los van het potje.” Met twee vingers langs de steel worden de plantjes voorzichtig ondersteboven gehouden, om het potje eraf te pakken. “Het is net een cupcake,” grapt Bodhi, terwijl hij zachtjes voelt aan de grond rond de worteltjes. De plantjes worden in een grote pot gezet, waar extra grond bij gedaan moet worden. “Kliederen met grond is altijd fijn,” zegt Marije (9) terwijl ze nog een handje pakt. Ze lacht naar Annet (8) die naast haar staat.

Bemesting

Dan vertelt Willy dat de knoppen die al in de plant zitten eruit moeten. “De planten moeten eerst flink kunnen groeien en dat gaat niet als er al bloemen in komen.” Sommige kinderen zijn wat onzeker als ze een knop uit hun plantje moeten trekken, maar Marije niet. Zonder te twijfelen pakt ze de knop tussen duim en wijsvinger en breekt hem aan het begin van het steeltje af. Geheel tevreden lopen de meisjes weer naar binnen om een naamlabeltje op te zoeken en in hun plantje te zetten. De vensterbank vult zich met pas verpotte pelargoniums. De komende weken zullen de planten gaan groeien en zullen de kleuren bekend worden. De Groei en Bloei-vrijwilligsters komen nog twee keer terug, een keer op te vertellen over bemesting en een keer om de getuigschriften uit te reiken. Daarna mogen alle kinderen hun eigen plant mee naar huis nemen, om, net als op school, goed voor te zorgen.[l]