Wisse? Nee hoor!

Het moet even een consternatie geweest zijn, daar in het gemeentehuis van Serooskerke, op 9 september 1892. Jan Schout had als kersverse vader zojuist van burgemeester Riemens moeten aanhoren dat zijn de dag tevoren geboren zoon niet naar zijn vader vernoemd mocht worden. “En waarom dan wel niet?” Wisse is een achternaam, geen voornaam. Iets van dien aard moet Riemens, fungerend als ambtenaar van de Burgerlijke Stand, de vader hebben toegevoegd. Lang daarna werd het voorval nog in de familie verteld. Een onzinnige beslissing, het kind zou gewoon naar zijn grootvader hebben geheten, Wisse Schout die lang tevoren overleden was toen Jan Schout nog maar negen jaar was. Maar Riemens was onverbiddelijk en het kind werd dan maar naar de andere opa genoemd die als getuige was meegekomen, Abraham Spruijt Schuman. De pasgeborene heette dus Bram Schout en werd later wereldberoemd in Oostkapelle, als schoolmeester die mede het gezicht van de christelijke school bepaalde. Hij pendelde tientallen jaren heen en weer naar Serooskerke en was daar een van de eerste eigen inwoners met een fikse snor.

Het was wel een vreemde beslissing van burgemeester Riemens. In de jaren negentig werden in heel Zeeland nog zeven kleine Wisse-tjes aangegeven en ook tussen 1900 en 1919 werden nog negentien kinderen met de voornaam Wisse ingeschreven, hoofdzakelijk in Zuid-Beveland en Walcheren. De voornaam Wisse was al sinds de Middeleeuwen heel gebruikelijk op de Zeeuwse eilanden en inderdaad was die ooit ook in gebruik genomen als achternaam, maar het een sloot het ander toch niet uit?

Opvallend genoeg blijkt, als we ver teruggaan in de familie Schout, dat in dit geval deze voornaam inderdaad ooit was afgeleid van de achternaam Wisse. Grootvader Wisse Schout (1819) was vernoemd naar zijn opa Wisse Schout (1762). Diens vader, Jan Willemszoon Schout, vernoemde zijn zoon vermoedelijk naar zijn moeder Pieternella Wisse. Opmerkelijk is dat ook alle tussenliggende generaties steeds Jan heetten; burgemeester Riemens doorbrak een oude familietraditie. De man die tegenover hem stond in het gemeentehuis van Serooskerke, de in 1857 geboren Jan Schout, was overigens een opmerkelijk man. Hij had een onafhankelijke geest en werd bekend als sneldichter en vakbondsoprichter. Zie: https://encyclopedievanzeeland.nl/Jan_Schout[l]